De zorg wordt wel eens vergeleken met een mammoettanker die maar moeizaam de koers kan verleggen. Toch zijn er steeds meer kleine, lenige initiatieven die zich niet laten hinderen door klemmende regels en moeizame financiering. Skipr geeft deze Hemelbestormers de gelegenheid om zich kort te presenteren.
Judith Zadoks is programmamanager bij Hersenz, verder met hersenletsel
Jaarlijks krijgen 140.000 mensen hersenletsel door een ongeval, beroerte, hersentumor, hartstilstand of hersen(vlies)ontsteking. Nederland heeft goede revalidatiemogelijkheden voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Toch loopt een deel van deze mensen vast als zij hun leven weer proberen op te pakken. Vaak wordt na verloop van tijd pas goed duidelijk wat de (onzichtbare) cognitieve, psychische en sociale gevolgen zijn van hersenletsel. Veel voorkomende klachten zijn ernstige vermoeidheid, somberheid en angst, apathie, verminderde empathie, prikkelbaarheid, problemen met aandacht en geheugen, prikkelgevoeligheid en afasie. Dat geeft problemen in het dagelijks leven, met werk, financiën of sociale contacten, in het gezin of de partnerrelatie.
Voor deze mensen is Hersenz ontwikkeld, een integraal, interdisciplinair behandelprogramma voor mensen met hersenletsel en hun naasten in de chronische fase, gericht op positieve gezondheid en op preventie van langdurige zorg. Hersenz wordt geboden op zestig locaties in heel Nederland door dertien samenwerkende zorgorganisaties.
Waarom wordt de zorg beter van dit initiatief?
Mensen met hersenletsel en hun naasten functioneren beter, ervaren meer kwaliteit van leven en hebben minder zorg nodig. Relaties verbeteren, gebruik van eerstelijns zorg neemt af, overbelasting van mantelzorgers vermindert, het aantal valincidenten neemt af, sommige mensen gaan weer werken.
Op welk probleem in de zorg is dit initiatief een antwoord?
Een deel van de mensen met hersenletsel valt na de revalidatie in een spreekwoordelijk gat. “Als je weer thuis bent, begint het pas”, horen we vaak. Lange tijd was er geen behandeling in deze fase en kwamen mensen in de Wlz terecht, bij organisaties in de gehandicaptenzorg. Die zagen dat dat lang niet altijd had gehoeven als er eerder de juiste hulp was geboden. Als antwoord op dit probleem hebben zij Hersenz ontwikkeld.
Wat is tot op heden de meest markante ervaring rond dit initiatief, positief dan wel negatief?
Onderzoek van Maastricht University onderbouwt de genoemde resultaten van het programma. De in 2016 verschenen Maatschappelijke businesscase toont aan dat deze behandeling vele euro’s kan besparen. Ook bijzondere ervaringen waren het winnen van de George Beusmans Innovatieprijs in 2014 en de Herman Wijffels Innovatieprijs in 2016. Maar het belangrijkste zijn de reacties van cliënten: “Door Hersenz heb ik mijn leven weer terug”, “Ik durf weer naar buiten”, “Ik zie weer licht aan het eind van de tunnel”, “Zonder Hersenz had ik een speciale woonvoorziening gezeten. Nu woon ik zelfstandig”
Wat is de ambitie voor 2018? Waar staat het initiatief eind 2018?
Eind 2018 maken 2.500 mensen gebruik van Hersenz op zeventig locaties in Nederland. Het programma voor jongvolwassenen draait op vijf plaatsen in Nederland. De module voor naasten wordt volop gegeven. We werken nauw samen met organisaties en deskundigen op gebied van revalidatie en arbeid en met gemeenten. We hebben een duidelijke, erkende positie in de zorgketen voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. En last but not least, de toekomstige financiering is goed geregeld. Hersenz valt nu onder een subsidieregeling in de Wet langdurige zorg maar gaat naar de Zorgverzekeringswet. Zoals het er nu naar uitziet in eerste instantie in de vorm van vijf losse prestaties. Dat gaat niet werken voor een integraal, interdisciplinair product. We pleiten ervoor dat Hersenz als ‘totaalpakket’ in de basisverzekering komt.