AppleMark
De overheid moet bij het maken van beleid voor de zorg meer rekening houden met de effecten ervan op de arbeidsmarkt. Schommelingen in de vraag naar zorgmedewerkers als gevolg van overheidsbeleid, waarbij bezuinigingen en budgetverruiming elkaar afwisselen, stellen de sector nu vaak voor problemen. Werkgevers in de zorg moeten zich op hun beurt vaker in Den Haag laten horen over het arbeidsmarktvraagstuk.
Dit zegt Andries de Grip, hoogleraar aan de Maastricht University en directeur van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), in een interview met Fizier.
Elke twee jaar geeft het ROA een update van de arbeidsmarktprognoses voor de komende vijf jaar over alle sectoren, zo ook over de zorg. Net als in andere sectoren zou de werkgelegenheidsontwikkeling in de zorg goed te voorspellen moeten zijn, vertelt De Grip. Zo is goed te voorzien wanneer mensen met pensioen gaan en hoeveel mensen eerder stoppen met werken. Ook de instroom van schoolverlaters op middellange termijn zijn vrij precies voorspelbaar, aldus de hoogleraar.
De grote afhankelijkheid van overheidsbeleid maken de ontwikkelingen van de zorgarbeidsmarkt echter toch lastig te voorspellen, zegt De Grip. De werkgelegenheidsontwikkeling in de zorg blijkt in de praktijk af te hangen van politieke keuzes, ziet hij. “De ene keer komt dat neer op bezuinigingen, de andere keer, zoals nu, op een verruiming van het budget.” De Grip doelt daarbij op de 2 miljard euro die door het kabinet is uitgetrokken voor extra personeel in verpleeghuizen.
Volgens de hoogleraar loopt de sector regelmatig tegen problemen aan als gevolg van die schommelingen in vraag naar personeel, die ten dele veroorzaakt worden door het wisselende overheidsbeleid. Een geleidelijker overheidsbeleid zou volgens De Grip dan ook beter zijn. Ook zou de politiek bij het maken van beleid meer rekening moeten houden met arbeidsmarkteffecten, vindt hij. Hij pleit in dit verband voor een ‘arbeidsmarkteffectrapportage’, waarin de gevolgen van beoogd beleid voor de werkgelegenheid staan beschreven.
Werkgevers
Ook werkgevers in de zorg kunnen meer invloed uitoefenen op deze ‘onvoorspelbare’ arbeidsmarktontwikkelingen, vindt De Grip, bijvoorbeeld door zich goed te organiseren richting overheid. “Je wilt dicht bij het vuur zitten als beleid wordt opgesteld. Als uitvoerende sector heb je een bepaalde onderhandelingspositie en die kun je ook gebruiken om arbeidsmarktgerelateerde onderwerpen aan de orde te stellen.”
Als voorbeeld noemt hij de industriesector, waar boventalligen tijdens de laatste recessie bij wijze van uitzondering deeltijd-ww konden krijgen. Hierdoor konden de medewerkers toen de economie weer aantrok weer aan de slag voor hun werkgever. De Grip: “Waren ze ontslagen geweest, dan was de industrie ze waarschijnlijk kwijt geweest.” In de zorg zijn veel werknemers als gevolg van de bezuinigingen van de laatste jaren hun baan juist kwijtgeraakt en vervolgens ‘weggelekt’ naar andere sectoren. Ook veel jongeren en net afgestudeerden hebben vanwege de slechte arbeidsmarktvooruitzichten voor een andere sector gekozen, aldus De Grip.
Arbeidsreserves
Om de oplopende tekorten aan personeel in de zorg het hoofd te bieden doet de sector er volgens De Grip goed aan om de arbeidsreserves aan te boren. Hij doelt onder meer op het verleiden van parttime werkenden om hun urenaantal ‘op te plussen’. Bijvoorbeeld door een bonus te bieden voor fulltime werken of door faciliteiten voor werkenden te verbeteren, zoals kinderopvang of aangepaste roostering. Ook investeren in opleidingen is volgens De Grip van belang om mensen in de zorg aan het werk te krijgen en houden.