De transformatie van de jeugdzorg kost veel meer tijd dan vooraf verondersteld. Het inregelen van het nieuwe jeugdstelsel is nog niet af: er blijven hardnekkige knelpunten die om een oplossing vragen om de bedoelingen van de Jeugdwet te kunnen realiseren.
Dit concludeert de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) in haar vierde jaarrapportage, ‘Tussen droom en daad, op weg naar een volwassen jeugdstelsel’, die vandaag aan de ministers Hugo de Jonge van VWS en Sander Dekker van J&V is aangeboden.
De veranderopgave in de jeugdhulp is nog onverminderd groot en vergt versnelling. TAJ-voorzitter Marjanne Sint: “Iedereen die betrokken is bij jeugdhulp erkent dat vroegtijdige interventies, op maat en dichtbij het kind nodig zijn om te voorkomen dat in het latere leven zich veel ernstiger problemen voordoen. Het draagvlak is er, maar de veranderopgave is ook drie jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet nog onverminderd groot. Tussen droom en daad staat niet zozeer de Jeugdwet in de weg, maar wel de weerbarstige praktijk.”
Kinderschoenen
Het beoogde doel van het nieuwe jeugdstelsel is om te komen tot betere en veilige zorg voor kwetsbare jongeren in een zo vroeg mogelijk stadium en tegen lagere kosten. Dit komt neer op kwetsbare jeugdigen beter helpen door te zorgen voor preventie en eigen verantwoordelijkheid, de-medicaliseren, in een vroeger stadium de juiste hulp op maat en daardoor het beroep op dure specialistische hulp verminderen, integrale hulp bieden en meer ruimte voor professionals. Dit alles staat volgens de TAJ nog in de kinderschoenen.
De eerste fase van het nieuwe jeugdstelsel, de transitie, had tot doel de continuïteit van zorg te borgen. In die periode is heel veel werk verzet om het nieuwe stelsel in te regelen, constateert de TAJ. “De transitiefase is aan zijn einde, maar we constateren dat het inregelen nog niet ‘af’ is. Er blijven hardnekkige knelpunten die om een oplossing vragen om de bedoelingen van de Jeugdwet te kunnen realiseren.”
De TAJ constateert grote verschillen tussen regio’s. In een aantal regio’s is de jeugdbeschermingsketen nog versnipperd georganiseerd wat soms leidt tot dubbel werk of het risico op wachttijden. Net als in andere domeinen moet samenwerking tussen verschillende professionals op andere domeinen (bijvoorbeeld openbare veiligheid, schuldhulpverlening, Wmo, participatie) een betere verankering krijgen.
Inkoop en contractering
Verder signaleert de TAJ dat er nog weinig onderscheid wordt gemaakt naar afzonderlijke groepen jeugdigen en de vragen en behoeften die zij hebben. In de uitvoering van het beleid, vooral als het gaat om inkoop en contractering, ontbreekt de vertaling naar specifieke groepen. “Hierdoor worden kansen gemist. Er is in de praktijk beperkt aandacht voor jeugdigen met complexe, meervoudige beperkingen die doorwerken tot in het volwassen leven.”
De TAJ vindt het noodzakelijk dat alle betrokkenen gezamenlijk concreet maken wat ze bedoelen met “passende jeugdhulp” en zorgvernieuwing, en dat als uitgangspunt nemen bij contractering: het moet gaan over de maatschappelijke opgave; hardnekkige knelpunten, rondom onder meer inkoop, verantwoording en betaling doortastend worden aangepakt; de transformatie realistisch en stap voor stap wordt aangepakt.