Drie jaar na de decentralisaties is de toegang tot zorg en ondersteuning nog steeds ingewikkeld, is de regie nog niet helder belegd en blijft informatie delen complex. Het gevolg: passende en samenhangende zorg en ondersteuning voor kwetsbare burgers komt nog onvoldoende tot stand. Maar er zijn oplossingen om het tij te keren, bijvoorbeeld het aanbieden van een integraal budget.
Dit komt naar voren in het Jaarbeeld Toezicht Sociaal Domein 2017 van de samenwerkende rijksinspecties – de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Inspectie van het Onderwijs en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit is niet het eerste onderzoek waarin geconstateerd wordt dat de transformatie teleurstellend verloopt. Een greep uit recente onderzoeken: onlangs maakte het Sociaal en Cultureel Planbureau bekend dat burgers nog steeds sceptisch zijn over de decentralisaties en in december 2017 dat de gemeenten worstelen met onder meer de jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning.
De rijksinspecties beginnen het jaarbeeld met een positieve noot. Zij memoreren dat gemeenten en uitvoerende organisaties de afgelopen drie jaar hebben gewerkt aan het op orde krijgen van de basis en dat er veel aandacht is geweest voor financiën, inkoop, elkaar leren kennen, het opzetten van de toegang en de organisatie van de zorg en ondersteuning.
Wijkteams
Vervolgens constateren de rijksinspecties dat de gewenste transformatie op zich laat wachten. Wijkteams werken nog onvoldoende samen en partijen als huisartsen, volwassenen-ggz en jeugdgezondheidszorg zijn nog nauwelijks aangesloten op de wijkteams. “Zelfredzaamheid en eigen kracht zijn in de uitvoering sturende begrippen maar blijven lastig in te schatten”, zo valt te lezen in het jaarbeeld.
Het jaarbeeld zoomt in op het burgerperspectief, oftewel: wat vindt de burger belangrijk? In de praktijk zien de inspecties dat professionals niet altijd goed luisteren naar de burger. “Zij houden soms teveel vast aan hun eigen idee of hebben te weinig tijd en ruimte, vanwege een hoge werkdruk en vastomlijnde procedures, om goed te luisteren en mee te denken met de burger.”
Hierdoor schatten betrokken professionals de eigen kracht en behoefte van de burger soms verkeerd in, waardoor zij niet de juiste zorg of hulp bieden. Ook gemeenten schatten de eigen kracht van de burger niet altijd juist in. “Het huidige beleid is sterk gericht op de eigen kracht, maar niet iedereen bezit evenveel eigen kracht.”
Regie
Een belangrijke rol voor de gemeente is volgens de rijksinspecties het vormgeven van de regie in de lokale uitvoeringspraktijk. Om regie te kunnen voeren is het “cruciaal” dat betrokken professionals duidelijke taken en verantwoordelijkheden hebben. Het vastleggen van taken en verantwoordelijkheden, en hier regie op voeren, zorgt voor goede informatiedeling. In de praktijk zien de rijksinspecties dat er op deze gebieden vaak problemen ontstaan.
Er is regelmatig onduidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden. Deze onduidelijkheid kan ertoe leiden dat professionals taken en verantwoordelijkheden niet oppakken en dat zij andere taken en verantwoordelijkheden oppakken dan eigenlijk zou moeten. Deze factoren hebben geen positief effect op de zorg en ondersteuning aan de burger.
Door onduidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden is het voor een regisseur lastig om goede regie te voeren. Tegelijkertijd kan het hierdoor zelfs onduidelijk zijn wie überhaupt de regierol op zich moet nemen, met als resultaat dat er geen regisseur is of juist meerdere regisseurs opstaan. Uit de toezichtonderzoeken komen verschillende oorzaken voor onduidelijkheid van taken en verantwoordelijkheden naar voren, waaronder het ontbreken van (goede) afspraken.
Gebrekkige informatiedeling
Een probleem dat volgens de rijksinspecties kan ontstaan bij slechte regievoering is onduidelijkheid over welke informatie met welke professional moet worden uitgewisseld. Het gevolg is gebrekkige informatiedeling en dit leidt weer tot een onvolledig beeld van de situatie. Hierdoor kan er niet altijd passende en samenhangende zorg en ondersteuning worden aangeboden.
Volgens de rijksinspecties wordt informatie gebrekkig gedeeld onder meer doordat er niet met de burger wordt besproken waarom informatie gedeeld moet worden en de burger geen toestemming geeft; er geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over wat kan en moet worden gedeeld en niet alle relevante partijen bekend en betrokken zijn; en professionals vasthouden aan hun beroepsgeheim en de meerwaarde van informatiedeling niet inzien.
De rijksinspecties reiken oplossingsrichtingen aan bij de knelpunten die zij in de uitvoering tegen zijn gekomen. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat professionals inschatten wat iemand zelf kan. Verder adviseren de rijksinspecties om burgers te ontzorgen door als gemeente te organiseren dat één persoon als aanspreekpunt fungeert. “Het is belangrijk dat alle betrokken organisaties en hulpverleners onderling met elkaar zijn verbonden, maar dat de burger met zo min mogelijk verschillende hulpverleners en instanties wordt geconfronteerd.”
Integraal budget
Een ander advies is: maak het zo gemakkelijk mogelijk voor burgers om zorg en ondersteuning te ontvangen waar zij behoefte aan hebben en die passend is. Gemeenten kunnen hierin veel betekenen, bijvoorbeeld door één integraal budget aan te bieden wanneer iemand hulp nodig heeft vanuit verschillende wetten, of door een gezin met meerdere hulpvragers één budget te geven.
Verder stellen de rijksinspecties dat er voldoende voorzieningen nodig zijn om de zorg en ondersteuning te kunnen bieden waar burgers behoefte aan hebben. Dit begint bij de inkoop door de gemeente: die doet er goed aan het aanbod van voorzieningen strategisch te organiseren. De gemeente moet beleidsafspraken maken met samenwerkingspartners (bijvoorbeeld andere gemeenten in de regio) over de hoeveelheid en het niveau van de voorzieningen. “Gemeenten die via veel aanbieders zorg inkopen, prikkelen deze aanbieders om goede kwaliteit te leveren.”