Op de gezondheidszorg kan nog veel worden bespaard zonder dat de kwaliteit daalt. Kabinet en Tweede Kamer moeten zich dan ook niet neerleggen bij de geraamde stijging van de zorgkosten met ruim 2 miljard euro per jaar en de daardoor almaar stijgende premie van de ziektekostenverzekering.
Dit zegt Ab Klink, lid van de raad van bestuur van zorgverzekeraar VGZ, tegen de Volkskrant. Zowel ziekenhuizen als huisartsen kunnen efficiënter en patiëntvriendelijker werken, waardoor de uitgaven en daarmee de zorgpremies kunnen dalen. Hij krijgt volgens de krant bijval van artsen en bestuurders van diverse ziekenhuizen en van concurrent Menzis.
Volgens VGZ zit er nog veel lucht in de zorg. De zorgverzekeraar heeft met elf ziekenhuizen en drie ggz-instellingen contracten voor de komende vijf jaar afgesloten over een jaarlijkse omzetdaling. Als voorbeeld van hoe dit kan worden bereikt, noemt Klink de plaatsing van zeer ervaren artsen op de spoedeisende hulp. “Door hun ervaring verwijzen ze minder door, wordt er minder onnodig duur onderzoek gedaan en worden minder medicijnen voorgeschreven.”
Jaarverslag
Zulke contracten wil VGZ de komende tijd ook afsluiten met andere ziekenhuizen, VVT-instellingen, fysiotherapeuten en tandartsen. Donderdag presenteert VGZ het jaarverslag over 2017. De zorgverzekeraar verwacht dat de uitgaven voor de zorgverzekering tot 2021 met 4 procent, oftewel 1,6 miljard euro, kunnen dalen. De premie kan vervolgens ook omlaag.
CZ en Achmea stellen juist dat de premie voor de zorgverzekering in 2019 zal stijgen. Het Centraal Planbureau verwacht over de hele linie voor de zorgverzekering tot 2021 een kostenstijging van 20 procent; van 41 miljard euro in 2017 naar 50 miljard in 2021. Het kabinet volgt deze raming.