De Nederlandse Staat hoeft geen extra maatregelen te nemen om aan de Europese normen voor de uitstoot van fijnstof te voldoen. Het gerechtshof in Den Haag oordeelde in een kort geding dat geen extra veiligheidsmarge in acht hoeft te worden genomen bij bijvoorbeeld de uitbreiding van snelwegen of het verhogen van de maximum snelheid.
De Staat had het hoger beroep aangetekend tegen het kort geding, dat in september nog werd gewonnen door de Vereniging Milieudefensie en de stichting Adem uit Rotterdam.
De twee organisaties hadden eerst een bodemprocedure aangespannen om af te dwingen dat Nederland aan de Europese normen voldoet en de luchtkwaliteit niet verder schaadt. Toen die procedure niet snel genoeg van de grond kwam, volgde het kort geding. Inmiddels heeft de rechter in Den Haag zich in de bodemprocedure uitgesproken ten gunste van de Staat. Het hof heeft dat vonnis gevolgd. Wanneer het hoger beroep in de bodemprocedure volgt is nog niet bekend.
Het hof stelt dat de Staat wel is verplicht ervoor te zorgen dat de grenswaarden niet worden overschreden.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) zegt blij te zijn dat de huidige rekenmethode voor de luchtkwaliteit volstaat. “Dat neemt niet weg dat we volop werken aan schone lucht en verbetering van de luchtkwaliteit.”
Teleurgesteld
Milieudefensie is teleurgesteld over de uitspraak, maar zegt blij te zijn dat de politiek door de zaak in beweging is gekomen. “Het ministerie is bezig met een schoneluchtakkoord dat eind van het jaar af moet zijn en waarin de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie gaan gelden. Die zijn strenger dan de Europese normen en dat is wat wij wilden”, zegt een woordvoerder.
Ruim 2.500 mensen hebben geld aan Milieudefensie geschonken om de zaak te kunnen betalen. (ANP)