Veel werkgevers zijn niet tevreden over de invloed die ze kunnen uitoefenen op de gezondheid en inzetbaarheid van werknemers. Ze vinden het lastig inzicht te krijgen in gezondheidsrisico’s en deze te bespreken. En als werknemers uitvallen, heeft de werkgever vaak geen idee welke interventies mogelijk zijn en welke goed werken.
Dit blijkt uit onderzoek van GfK in opdracht van zorgverzekeraar CZ.
Werkgevers beschikken vaak wel over informatie over de gezondheid van werknemers, bijvoorbeeld uit preventief medisch onderzoek of tevredenheidsonderzoeken, maar het omzetten van die data naar een effectief gezondheidsbeleid gebeurt nog weinig. Werkgevers hebben vooral kennis van werkgerelateerde gezondheidsrisico’s, zoals werkstress, fysieke belasting en de werk-privé-balans. Over gezondheidsrisico’s in de privésfeer die van invloed zijn op de inzetbaarheid van werknemers is minder bekend. Het gaat daarbij onder meer om problemen met leefstijlkeuzes, de zorg voor ouders of kinderen, slaapproblemen en gehoorproblemen.
Overbelasting
Werkgevers overschatten de kennis en het vermogen van leidinggevenden om gezondheidsrisico’s te herkennen en aan te pakken. Zo denkt 73 procent van de werkgevers dat leidinggevenden overbelasting kunnen herkennen, terwijl slechts 37 procent van de werknemers daar zo over denkt. Zo’n 41 procent van de werkgevers denkt dat leidinggevenden bekend zijn met oplossingen voor werknemers die ook mantelzorg verlenen, terwijl 82 procent van de werknemers aangeeft dat leidinggevenden die oplossingen niet kennen.
Twee derde van de werkgevers heeft geen idee hoeveel interventies hun bedrijf het afgelopen jaar heeft ingezet. Zes op de tien interventies zijn geïnitieerd door medewerkers zelf en dus niet doordat de werkgever een gezondheidsrisico herkende en onderkende. Twintig procent van de werkgevers heeft een apart budget voor interventies. Bij werkgevers met meer dan 150 werknemers is dit drie op de tien.