De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaat voor de paramedische zorg de feitelijke ontwikkelingen over de betaalbaarheid, de kwaliteit en de toegankelijkheid van deze zorg in kaart brengen. Het onderzoek is geen kostprijsonderzoek, aangezien in de fysiotherapie, oefentherapie, ergotherapie, diëtetiek en logopedie vrije tarieven gelden.
De NZa brengt onder andere in kaart hoe de tarieven voor paramedische zorg zich hebben ontwikkeld in de loop van de jaren, hoe het contracteerproces verloopt, welke kwaliteitsafspraken er worden gemaakt en of er sprake is van wachttijden voor deze zorg. Voor logopedie en ergotherapie leggen we extra focus op de ontwikkeling van 2016 naar 2017, om de invloed van vrije prijzen logopedie en de prestatieregulering ergotherapie in beeld te brengen. De zorgautoriteit publiceert de resultaten eind 2018.
NZa benadrukt dat het onderzoek geen kostprijsonderzoek is om de tarieven te bepalen. In de paramedische zorg gelden vrije tarieven, waarover zorgaanbieders en zorgverzekeraars samen afspraken maken. Deze tarieven kunnen per regio en per contract verschillen, zodat zorgverzekeraars en zorgaanbieders afspraken op maat kunnen maken die passen bij de lokale situatie.
Lage tarieven
Ondanks de woorden van de NZa ziet de KNGF, beroepsvereniging van fysiotherapeuten, het onderzoek als “een eerste stap op een lange, maar ook enig mogelijke weg om de tarieven te repareren”. De beroepsgroep en het KNGF tekenen al langer protest aan tegen de lage tarieven, die al jaren niet verhoogd of geïndexeerd worden. Onderhandelen met de zorgverzekeraars zou niet mogelijk zijn. Volgens de fysiotherapeuten blijkt uit verschillende onderzoeken dat de tarieven gemiddeld 10 euro per behandeling onder de kostprijs liggen.