Circa een kwart van de cliënten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) heeft mogelijk een verkeerde diagnose. Dat suggereert onderzoek van GGNet onder bijna duizend cliënten, waarover vakblad De Psychiater bericht. Als reden voor de onjuiste diagnoses noemt GGNet het te veel sturen op DSM-classificaties en haast. Navrant detail: de verkeerde diagnoses hebben een negatieve impact op de herstelkansen.
In totaal onderzocht GGNet 967 patiënten. Bij 257 oftewel 27 procent van hen is de hoofddiagnose gewijzigd. Bij deze groep werden 384 nieuwe primaire diagnoses gesteld. Honderd vijfenzestig patiënten konden direct ontslagen worden. Bij 35 procent van deze patiënten bleek de behandeling niet meer passend bij de diagnose. Bij maar liefst 51 procent van de onderzochte patiënten kwamen nieuwe inzichten naar boven die relevant zijn voor de verdere behandeling.
Aanleiding voor het onderzoek was het rapport ‘Over de brug’ van Kenniscentrum Phrenos uit 2014. Het kenniscentrum constateert dat herstel mogelijk is voor een derde van de patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen. De praktijkervaring bij GGNet stond haaks op deze conclusie; veel chronische patiënten knappen niet op.
APK
Voor GGNet alle reden om via een ‘indringende praktijkevaluatie’ op zoek te gaan naar oorzaken. Bestuurder Kees Lemke spreekt in De Psychiater van “een eerste APK bij langdurige patiënten, bij wie we een lijst van vitale, in dit geval onderbelichte, zaken hebben gecheckt”. Met als opmerkelijke uitkomst dat in ruim een kwart van de gevallen de hoofddiagnose gewijzigd moest worden. Met name zaken als trauma, licht verstandelijke beperking, verslaving en autisme bleken vaak over het hoofd gezien. “Dat zie je als je een niveau dieper kijkt dan de DSM-labels”, aldus Lemke. “Dan blijkt iemand niet op te knappen omdat hij de behandeling niet snapt, omdat een verslaving de therapie ondermijnt, of omdat een trauma herstel in de weg zit.”
Lopende band
Naast het eenzijdig sturen op DSM-classificaties, blijkt ook tijdsdruk een problematische factor. “Vanwege de enorme toestroom van patiënten én de dalende financiering nemen we minder de tijd”, zegt Lemke. “De ggz is een lopende band die steeds sneller draait, met als gevolg: verdunde zorg.”
Demoraliserend
Het probleem met verkeerde diagnoses is dat ze bijdragen aan defaitisme en kunnen uitmonden in een self fulfilling prophecy. “Als het herstel uitblijft, raken patiënt en behandelaar na een tijd gedemoraliseerd”, stelt Lemke. “De patiënt verliest zijn eigenwaarde en het vertrouwen in een goede afloop. Dit pessimisme, dat overslaat op de behandelaar, wordt onderschat. Het overschaduwt de evaluatiegesprekken en ondergraaft de behandeling. “Misschien moeten we maar accepteren dat dit niet meer overgaat”, heet het dan.”
Lef
Met het onderzoek hoopt GGNet juist dit pessimisme rond patiënten met ernstige psychiatrische problemen te doorbreken. “Het zijn de zwaarste patiënten die in feite de minste aandacht krijgen en bij wie de gezondheidswinst het laagst is”, aldus Lemke. “Ze krijgen niet de optimale zorg. Ik hoop dat de houding tegenover deze patiënten verandert, dat bevlogenheid en lef de boventoon gaan voeren.”
In navolging van GGNet gaat ook de Amsterdamse ggz-aanbieder Arkin een herdiagnoseproject opzetten. GGNet treft voorbereidingen voor de volgende lichting van duizend patiënten.