De zorg rond het einde van het leven van patiënten is een onderbelicht onderwerp in de Nederlandse geneeskundeopleidingen. Dit concluderen onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing in een artikel dat is gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Perspectives on Medical Education.
Omdat elke arts te maken krijgt met patiënten die niet meer beter worden, bekeken onderzoekers van Leyden Academy in hoeverre de zorg rond het einde van het leven van patiënten aan bod komt in de Nederlandse geneeskundeopleidingen. Zij hebben de curricula en eventuele extra vakken van de bachelor- en masteropleidingen doorgelicht van de acht medische faculteiten, aan de hand van een checklist gebaseerd op internationale normen met betrekking tot zorg rond het levenseinde.
De onderzoekers stellen in het artikel ‘End-of-life care in the Dutch medical curricula’ vast dat er veel verbetering mogelijk is. Het Raamplan Artsopleiding, dat de blauwdruk vormt voor de geneeskunde-opleidingen, is “onvolledig en weinig specifiek”. Stervenszorg is verweven in het curriculum, als onderdeel van andere vakken. Slechts één faculteit biedt een keuzevak aan waarin alle essentiële aspecten van de internationale normen zijn opgenomen.
Zorgen voor een goed sterfbed
Het huidige Raamplan Artsopleiding wordt volgend jaar vervangen. Volgens de onderzoekers is dit een uitgelezen gelegenheid om stervenszorg steviger in te bedden in de opleidingen. Ook de medische faculteiten zelf kunnen volgens onderzoeker en hoogleraar ouderengeneeskunde Joris Slaets verbeteringen doorvoeren: “Er is veel ruimte om van elkaar te leren. Maak van end-of-life care een concreet vak, ga er in werkgroepen mee aan de slag. Zorgen voor een goed sterfbed voor je patiënten is uiteindelijk een van de basis facetten van het arts zijn, ongeacht welke specialisatie je kiest.”