De raad van toezicht van Koninklijke Visio heeft de voorzitter van de raad van bestuur, Marten de Bruine, verzocht om zijn functie per 1 januari 2019 neer te leggen. Sinds 1 oktober heeft hij zijn bestuurlijke taken neergelegd. De aanleiding is dat de landelijke expertiseorganisatie voor slechtziende en blinde mensen in “een nieuwe fase” komt.
“Koninklijke Visio is enorm in verandering, en daarbij past een andere bestuurssamenstelling”, stelt de voorzitter van de raad van toezicht, Erry Stoové, in een persverklaring. De zorg moet steeds doelmatiger, en dit vergt volgens hem “meer dan ooit toekomstgericht bestuur”. Om die reden is De Bruine verzocht om te vertrekken.
Hij is formeel nog in dienst tot 1 januari 2019. Wat dit betekent voor zijn honorarium is onduidelijk. Namens Koninklijke Visio laat woordvoerder Antoinettia Asta weten dat dit een zaak is tussen bestuurder en raad van toezicht. Wel wil ze kwijt dat voor eventuele afspraken de wettelijke kaders worden gevolgd en dat de organisatie hiervoor verantwoording zal afleggen in het jaarverslag van 2018.
Tijd van komen en van gaan
Marten de Bruine zelf meldt in een persverklaring: “Er is een tijd van komen en van gaan. Ik heb groot respect voor alle collega’s van wie ik afscheid neem. Er zijn belangrijke stappen gezet in een roerige tijd. Koninklijke Visio is klaar voor een volgende fase en zal daar onder nieuwe leiding ook zeker succesvol in zijn. Ik ga mij oriënteren op de toekomst. Ik dank alle collega’s voor hun inzet en wens hen heel veel succes”.
De bestuurlijke continuïteit wordt volgens de organisatie geborgd door Heleen Griffioen, lid van de raad van bestuur. “Daarnaast zal op korte termijn worden voorzien in de benoeming van een waarnemend voorzitter en wordt de procedure voor de definitieve opvolging uitgezet.”