Het aantal jongeren dat jeugdhulp krijgt, is tussen 2015 en 2017 toegenomen. Dat komt vooral doordat wijk- en buurtteams van gemeenten meer jongeren hebben geholpen. Daarnaast verwezen gemeenten ook vaker door naar andere vormen van jeugdhulp. Dat blijkt uit de Landelijke Jeugdmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In 2017 ontvingen 392 duizend jongeren jeugdhulp, 44 duizend meer dan in 2015. De meeste van deze jongeren, ongeveer 270 duizend, kregen ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder. Dit aantal is in de afgelopen drie jaren vrijwel gelijk gebleven, zo is te lezen in het Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor 2018.
In 2017 hielpen de gemeenten 82 duizend jongeren, tegen 37 duizend in 2015. De vier grote gemeenten leverden ongeveer de helft van alle hulp van wijk- of buurtteams. Zij hielpen vaker jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond en uit een eenoudergezin dan in andere gemeenten. Dit verschil blijft bestaan als er rekening wordt gehouden met de afwijkende bevolkingssamenstelling van deze vier grote gemeenten.
Preventie
Sinds januari 2015 hebben gemeenten een centrale rol in het jeugddomein. Nagenoeg elke gemeente werkt met de inzet van wijk- of buurtteams. Soms beperken die zich tot het coördineren van de hulp aan de jongere, maar veelal bieden ze ook zelf hulp.
De jeugdhulp die door een wijk- of buurtteam wordt uitgevoerd, bevindt zich vaak op de grens tussen het voorkomen van problemen, preventie, en de hulp bij problemen, jeugdhulp. In principe wordt preventie niet tot de jeugdhulp gerekend, maar een gemeente mag bij de aanlevering van gegevens aan het CBS zelf bepalen welke activiteiten zij tot de jeugdhulp rekent.
De door wijk- en buurtteams geboden jeugdhulp valt onder de noemer jeugdhulp zonder verblijf. Jongeren die door wijk- of buurtteams worden geholpen zijn wat jonger dan bij andere vormen van jeugdhulp zonder verblijf. Zo is 17 procent jonger dan vier jaar. Bij de andere vormen van jeugdhulp zonder verblijf is dat 9 procent. Daarnaast worden relatief meer jongeren van 18 jaar en ouder geholpen door wijk- of buurtteams, namelijk 4 procent. Bij de overige hulpvormen gaat het om 1 procent.
Verschillen per gemeente
Er bestaan grote verschillen tussen gemeenten. In de meeste gemeenten in Midden-Limburg wordt bijvoorbeeld meer dan 40 procent van de jongeren met jeugdhulp door het wijk- of buurtteam geholpen, tegen minder dan 2 procent in Noord-Limburg. En in Midden-Drenthe wordt meer dan 40 procent van de jeugdhulp door het wijk- of buurtteam geleverd, terwijl dit in de rest van de gemeenten in die provincie minder dan 10 procent is.