Minister Bruins van Medische Zorg ziet niets in een landelijke aanpak van de ziekenhuiszorg gericht op nauwere samenwerking, kostenbeheersing, kwaliteitsverbetering en de opschaling van innovaties. Volgens de minister ligt het eigenaarschap van deze onderwerpen bij de veldpartijen. Een landelijke blauwdruk doet bovendien geen recht aan regionale verschillen.
Met zijn antwoord op Kamervragen reageert Bruins indirect op een pleidooi van oud-zorgbestuurder en inspecteur Wim Schellekens en emeritus-hoogleraar Guus Schrijvers. In een open brief pleitten zij vorig jaar voor meer landelijke regie bij de aanpak van enkele structurele problemen in de Nederlandse ziekenhuiszorg. Om de kosten te beheersen en de kwaliteit te verbeteren is volgens Schellekens en Schrijvers meer samenwerking nodig. Het huidige stelsel van gereguleerde marktwerking dwingt aanbieders en zorgverzekeraars volgens hen juist tot concurrentie.
Leidende coalitie
“De concurrentiegedachte belemmert het opzetten van gezamenlijke nationale programma’s”, aldus Schellekens en Schrijvers. Meer landelijke regie zou hier wat Schellekens en Schrijvers betreft het antwoord op moeten zijn. “Het ministerie speelt geen rol van betekenis”, aldus Schellekens en Schrijvers. “Er is een leidende coalitie nodig met landelijke ondersteuning om zorginnovaties en verbeteringen succesvol te implementeren. Het zou dan ook geweldig zijn als de minister de leiderschapsfunctie op zich zou nemen en een nationaal programma mogelijk maakt.”
Geen blauwdruk
In zijn beantwoording van vragen van PvdA-Kamerlid Ploumen geeft Bruins eens te meer aan geen trek te hebben in zo’n leiderschapsrol. “Ik hecht er aan de creativiteit en inventiviteit van professionals en bestuurders in het veld zo goed mogelijk te benutten en geloof niet in blauwdrukken”, stelt Bruins. “De beweging naar de juiste zorg plek is niet nationaal bedacht, maar is reeds ingezet door de veldpartijen zelf. […] Niet ieder goed voorbeeld is overal een goed voorbeeld: wat een best practice is voor Zeeuws Vlaanderen is lang niet altijd een best practice voor Amsterdam. […] Zowel het aanbod van zorg en ondersteuning als de behoefte hieraan kan verschillen per regio. Een landelijke aanpak doet aan dit gegeven onvoldoende recht, er moet ruimte zijn voor regionaal of lokaal maatwerk. Met partijen is daarom afgesproken dat op nationaal niveau wordt afgesproken dat iedereen hieraan zijn bijdrage levert, maar dat decentraal wordt bepaald hoe dit het beste kan gebeuren en wat concreet wordt afgesproken.”
Volgens Bruins is dit “geen vrijblijvende exercitie, getuige ook de afspraken in de hoofdlijnenakkoorden”, inclusief “ambitieuze budgettaire randvoorwaarden”. Mocht deze aanpak onvoldoende resultaat opleveren, dan wil de minister partijen daarop “aanspreken en aansturen”.
Leidraad
Bruins bestrijdt dat het huidige stelsel samenwerking in de weg staat. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars zijn in beginsel vrij om samen te werken, mits zulke samenwerking maar aantoonbaar bijdraagt aan betere zorg. Ter verduidelijking komt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) voor de zomer met een leidraad met nadere toelichting op de toepassing van de Mededingingswet bij de beoordeling van samenwerking bij regionale herschikking.
Bruins reactie maakt duidelijk dat zijn visie diametraal op die van Schellekens en Schrijvers staat. Waar de laatste twee het huidige stelsel als oorzaak van veel problemen aanwijzen, ziet Bruins het juist als de oplossing.