Coaching en bewegingssensoren geven de revalidatie van ouderen die herstellen van een gebroken heup een flinke prikkel. Niet alleen herstellen ouderen die deze hulpmiddelen gebruiken sneller, ook voelen ze zich zekerder.
Eén en ander blijkt uit het promotieonderzoek van docent-onderzoeker Margriet Pol, verbonden aan de opleiding ergotherapie van de Hogeschool van Amsterdam (HvA), waarop zij op 5 februari is gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Primeur
In Nederland breken jaarlijks ongeveer 15.000 ouderen hun heup, meestal door een val in huis of op straat. Toch is het volgens de onderzoekster voor het eerst dat de inzet van sensoren voor de oudere doelgroep in zo’n grote studie is onderzocht. Aan de studie deden 240 ouderen mee, met een gemiddelde leeftijd 84 jaar. De inzet van bewegingssensoren is al wel bij andere doelgroepen onderzocht, zoals mensen met dementie of een chronische longziekte (COPD), maar nog niet bij de revalidatie van ouderen met een gebroken heup. De bevindingen met deze doelgroep zijn relevant voor de toekomst, aangezien steeds meer ouderen tot op hoge leeftijd thuis blijven wonen.
Kantelpunt
Voor ouderen die zelfstandig wonen betekent een gebroken heup vaak een kantelpunt: slechts de helft van hen kan na de operatie terug naar huis. Een kwart overlijdt zelfs binnen één jaar. Angst om te vallen speelt een belangrijke rol in deze neerwaartse spiraal. De valangst weerhoudt ouderen ervan om de draad weer op te pakken, terwijl dat juist belangrijk is voor het herstel. Ze doen steeds minder, waardoor hun dagelijks functioneren achteruitgaat.
“Tijdens onze studie zagen we dat ouderen zo geschrokken waren van de val, dat ze thuis veel minder activiteiten ondernamen dan voorheen”, zegt Pol. “Om deze angst weg te nemen hebben we deze behandeling met sensoren ontwikkeld.”
Revalidatieplan
De sensoren geven ook input voor individuele revalidatieplannen. “Bewegen is een belangrijk onderdeel van het dagelijks functioneren”, aldus Pot. “De sensoren verschaffen hier objectieve informatie over, want ouderen vinden het vaak lastig om zich precies te herinneren wat ze in een week allemaal gedaan hebben.”