Van de Nederlanders boven de 18 jaar heeft 5,5 procent de afgelopen vijf jaar te maken gehad met minstens een voorval van fysiek of seksueel geweld in de huiselijke kring. Naar schatting wordt daarnaast zeker 3 procent van de kinderen mishandeld. In veel gevallen gaat het hierbij om ernstige verwaarlozing. Dat blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd onder regie van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC).
Het WODC werkte samen met ruim tien andere onderzoeksinstellingen sinds 2015 op verzoek van de ministeries van Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de studie. Het onderzoek wijst uit dat bij een op de drie volwassenen het huiselijk geweld eenmalig was. Bij een grotere groep, 41 procent, gebeurde het echter vaker, en bij 20 procent structureel.
In de meeste gevallen was sprake van geweld door een (ex-)partner. Vrouwen zijn vaker slachtoffer dan mannen, vooral als sprake is van structureel geweld. Bij structureel geweld door een partner of ex-partner zijn vrouwen ruim vijf keer zo vaak slachtoffer.
Volgens de onderzoekers zijn er geen aanwijzingen voor een stijging van huiselijk geweld en kindermishandeling in de loop der tijd. Maar doordat de metingen over de tijd niet in alle opzichten goed vergelijkbaar zijn, moeten op dit vlak wel wat slagen om de arm worden gehouden.
De overheid begint woensdag met een campagne. Ministers Hugo de Jonge (Volksgezondheid) en Sander Dekker (Rechtsbescherming) willen dat mensen vaker aan de bel trekken, bij vermoedens van huiselijk geweld.
Mensen rondom slachtoffers van huiselijk geweld “vermoeden vaak dat er iets mis is”, stellen de ministers. Uit een peiling die hun ministeries lieten uitvoeren, blijkt volgens De Jonge en Dekker dat drie op de tien mensen die vermoedens niet, of alleen met hun partners bespreken.
Er komen spotjes op tv, en ook een website waar mensen terechtkunnen voor advies als ze denken dat er in hun omgeving sprake is van huiselijk geweld. De nadruk in de campagne komt in eerste instantie op kindermishandeling te liggen. (ANP)