Twee tot drie procent van de ziekenhuisbedden wordt bezet door patiënten die “prima” in de eerste lijn behandeld kunnen worden. Dat betoogt bestuursvoorzitter Bart Berden van het Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis in Tilburg en Waalwijk. In het ETZ gaat het -zo schat Beren- om 25 bedden op een totaal van een kleine duizend.
Op de website voor waarde gedreven zorg geeft Berden zijn kijk op de toekomst van de ziekenhuiszorg. Hij sluit zich aan bij de gedachte dat er in Nederland ruimte is voor dertig tot veertig gespecialiseerde centra voor hoogcomplexe zorg. “Zo wordt het voor specialismen als acute neurologie, traumatologie en verloskunde steeds duidelijker dat hier echt zorg rond de klok nodig is”, stelt Berden. “Je hebt dan wel voldoende volume aan patiënten nodig. Dat is met het huidige aantal ziekenhuizen vaak niet te realiseren. Met een differentiatie naar dertig tot veertig gespecialiseerde centra zou je echter in Nederland een heel eind zou moeten komen.”
Verplaatsing
Naast verdere concentratie ziet Berden ook ruimte voor het verplaatsen van zorg van de tweede naar eerste lijn. “Naast de gespecialiseerde centra zullen in de toekomst steeds meer uitgiftepunten voor laagcomplexe zorg ontstaan. Ik denk hierbij aan een huisartsenpraktijk plus poliklinische voorzieningen en dagbehandeling. Steeds meer basiszorg kan naar de eerste lijn verschuiven. Er wordt op dit moment veel zorg in de tweede lijn gegeven die daar helemaal niet thuishoort. Ik schat ter illustratie in dat we in het ziekenhuis permanent 25 bedden belegd hebben met patiënten die eigenlijk prima in de eerste lijn thuis behandeld zouden kunnen worden; dat is een hele afdeling.”
Regionaal bestuursorgaan
Volgens Berden vragen ontwikkelingen als concentratie en substitutie om een andere bestuurlijke structuur. “Op dit moment zijn de bestuurlijke structuur van de eerste en tweede lijn strikt van elkaar gescheiden. Zo heb ik als bestuurder van een ziekenhuis niks te zeggen over de huisartsen in de regio en andersom. Terwijl je zoveel met elkaar te maken hebt als je het vanuit de ogen van de patiënt bekijkt. Dat moet echt beter op elkaar aan gaan sluiten. Om deze beweging naar centralisatie en specialisatie concreet vorm te kunnen geven, zie ik een ‘provinciemodel’ voor me, vergelijkbaar met het model dat Scandinavië hanteert. Daar komt, sterk versimpeld, de zorg samen in een soort zelfstandig bestuursorgaan. Hierin geven bestuurders vanuit de gehele keten gezamenlijk de zorg voor de patiënt vorm. Om zo’n model te realiseren, zullen ziekenhuizen zich echter genoodzaakt moeten zien het volume omlaag te brengen en een deel van hun zorg(professionals) naar de eerste lijn te verschuiven.”