Zorgkantoren gaan samenwerken met landelijke organisaties voor cliëntondersteuning, zoals MEE en Zorgbelang. Cliëntondersteuning moet daardoor beter gaan aansluiten bij de cliënt die langdurige zorg nodig heeft. Om dit te bereiken hebben de partijen een gezamenlijk plan opgesteld voor de komende twee jaar.
Het plan richt zich op de bekendheid en vindbaarheid van cliëntondersteuning, op kwaliteit en doelmatigheid en op het bevorderen van samenwerking. De zorgkantoren en organisaties werken aan een uniform kwaliteitsproces voor onafhankelijke cliëntondersteuning, met hierin afspraken over het leveren van dezelfde kwaliteit en de beoordeling en meting daarvan, tegen zo min mogelijk administratieve lasten.
Om de bekendheid en vindbaarheid van (onafhankelijke) cliëntondersteuning bij Wlz-cliënten en bij verwijzers te vergroten, start dit jaar -op basis van extern onderzoek- een campagne. Hierover vindt afstemming plaats met de Vereniging Nederlandse Gemeenten in verband met de cliëntondersteuning in de Wmo.
Bewust keuzes maken
“Het is belangrijk dat mensen die met langdurige zorg in de Wlz te maken krijgen, goed geïnformeerd worden en bewust keuzes kunnen maken. Zij kunnen daarvoor gebruik maken van cliëntondersteuning: informatie, advies, bemiddeling en ondersteuning over en bij het regelen van langdurige zorg”, zegt Wout Adema, directeur Zorg van Zorgverzekeraars Nederland, de organisatie die de zorgkantoren vertegenwoordigt. “Door cliëntondersteuning wordt de eigen regie van cliënten versterkt en dat vinden zorgkantoren erg belangrijk.”
Cliënten, met zorg thuis of in een instelling, kunnen zelf kiezen voor cliëntondersteuning van het zorgkantoor of van een organisatie die onafhankelijke cliëntondersteuning levert. Eric Verkaar, directeur Zorgbelang Inclusief: “We hebben elkaar nodig om de onafhankelijke cliëntondersteuning nog beter te maken. Door samen te werken, maken we de kwaliteit en bereikbaarheid nog beter de komende jaren.” Ook Auke Blom, programmamanager Wlz bij MEE Nederland, beaamt dat: “We weten elkaar steeds beter te vinden en kunnen op die manier de ondersteuning optimaliseren.”