Minister Hugo de Jonge van VWS wil af van de Europese verplichting tot aanbesteden in de Wmo. Dat zei hij zondag 3 maart in Buitenhof. Eerder trok De Jonge ook in het AD al van leer tegen ‘doorgeschoten marktwerking’. Verkiezingsretoriek, vindt coalitiegenoot VVD.
Minister De Jonge vindt de marktwerking te ver doorgeschoten in de thuiszorg. Dat vond hij al als wethouder zorg in Rotterdam, zei De Jonge in Buitenhof. “Ik heb als wethouder intensief te maken gehad met aanbestedingen in de thuiszorg. Dat ik daarvan af wil is dus niet van gisteren . Ik wil daarover op korte termijn in overleg met Europa. De zorg is geen markt, laat staan een Europese markt. We moeten echt af van de Europese verplichting tot gemeentelijke aanbestedingen.”
Minder markt
Ook in de wijkverpleging wil De Jonge meer samenwerking en minder markt. Door de nadruk op concurrentie gaat er volgens hem te veel tijd verloren aan reizen en is het zorgaanbod in wijken te versnipperd. “De doorgeschoten marktwerking heeft in de thuiszorg gezorgd voor een enorme verspilling aan menskracht. Daar moeten we van terug komen. Ik zie op mijn wijkbezoeken allemaal autootjes van verschillende zorgaanbieders bij seniorenflats staan. En die wijkverpleegkundigen gaan allemaal naar andere wijken toe. Ik hoor van huisartsen, vooral in grote steden, dat ze niet weten wie ze moeten bellen als ze op vrijdagmiddag opeens een cliënt hebben die in het weekend bezoek moet krijgen. Ook voor transferverpleegkundigen in ziekenhuizen is vaak niet duidelijk wie het aanspreekpunt is.”
Drempels
In de wijkverpleging gaat De Jonge drempels opwerpen voor nieuwe toetreders. Het wordt moeilijker om een thuiszorgorganisatie te starten. Ook komt er een meldplicht voor nieuwe zorgaanbieders, staat in een wetsvoorstel dat al aan de Tweede Kamer is gestuurd. Daarnaast kunnen nieuwe aanbieders eerder een bezoek verwachten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Donker oerwoud
Verder wil De Jonge de ongecontracteerde zorg terugdringen. Dat cliënten hierdoor minder keuzevrijheid zullen hebben, is onafwendbaar, stelt De Jonge. Hij vergelijkt het grote aantal kleine zorgaanbieders met een ‘donker oerwoud van bedrijfjes met vreemde namen’. Keuzevrijheid is volgens De Jonge in de wijkverpleging ‘verworden tot een vrij declaratierecht voor zorgaanbieders’. Ze dienen een factuur in bij zorgverzekeraars en die zijn wettelijk verplicht de rekening te betalen. ‘Dat mogen ze weliswaar tegen een lager tarief doen, maar dat compenseren ze door meer uren zorg te leveren.’ In het wetsvoorstel wil De Jonge dat verzekeraars dat lagere tarief nog verder mogen verlagen.
Eén verpleegkundige per wijk
De Jonge wil toe naar één team van wijkverpleegkundigen per wijk. Dat team moet korte lijnen hebben met de huisartsen in die wijk en het wijkteam van gemeenten. Verder komt De Jonge binnenkort met een nieuwe manier van bekostigen in de wijkverpleging. Daarin zal veel minder dan nu het aantal geleverde uren zorg centraal staan. “We betalen in de huidige bekostiging te veel voor productie. We hebben het aantal geleverde uren zorg te belangrijk gemaakt. Er ontbreekt een prikkel tot samenwerking.”
Verkiezingsretoriek
Coalitiegenoot VVD vindt De Jonge’s nieuwe koers te veel verkiezingsretoriek en een terugkeer naar de jaren negentig. De Jonge vindt dat verwijt niet terecht. “De tijd dat we dachten dat marktwerking alle problemen in de publieke sector zou oplossen is echt wel voorbij. In het CDA-verkiezingsprogramma voor de vorige verkiezingen stond al “minder markt, meer samenwerken”.”
(Door: Bart Kiers)