De roep om de marktwerking in de zorg af te schaffen is onderdeel van een heilloze, populistische woordenstrijd en zal niet bijdragen aan het borgen van de zorg voor de toekomst. Dat schrijft Mark van Houdenhoven in het Skipr magazine. Volgens de CEO van de Maartenskliniek bestaat marktwerking in de zorg namelijk niet.
Van den Houdenhoven is naast CEO van de Maartenskliniek ook bijzonder hoogleraar Economische bedrijfsvoering in de gezondheidszorg aan de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit. Hij constateert in een essay dat hij heeft geschreven voor Skipr magzine dat de roep om minder marktwerking weer “in de mode is” en dat minister Hugo de Jonge van VWS hierin “helaas” vooroploopt.
De Jonge zei begin maart in een interview met het AD dat de marktwerking in de zorg is doorgeslagen en moet worden ingeperkt. Als wethouder in Rotterdam streed de minister ook al tegen wat hij doorgeschoten marktwerking vond. Volgens Van Houdenhoven strijd De Jonge tegen iets wat niet bestaat.
Geen markt
Dat er in de zorg geen marktwerking bestaat, zou blijken uit het feit dat er elk jaar een vast budget voor wordt afgesproken. Daarnaast is elke zorgverzekeraar verplicht om iedereen te verzekeren en geldt voor zorg binnen instelling een winstverbod. “Naar mijn weten wordt in geen enkele markt jaarlijks vooraf afgesproken hoeveel er mag worden verkocht”, schrijft de CEO van de Maartenskliniek, “(..)wat je mag verkopen en (..) waarin deelnemers geen winst mogen uitkeren.”
Bovendien is het in een vrije markt is altijd duidelijk bij wie je inkoopt, in de zorg niet, stelt Van Houdenhoven. “De gemeenten en zorgverzekeraars kopen zorg in. In weerwil van het verbod op winst zijn er ondernemers die zorg leveren en daar winst willen behalen. Zij halen dan de vreemdste capriolen uit. (..) De makkelijkste oplossing is dat zorgverzekeraars en gemeenten daar dan niet inkopen. Bijzonder is wel dat accountants, notarissen, advocaten en adviseurs dergelijke constructies faciliteren. Wellicht moeten zij verplicht worden gesteld zulke constructies openbaar te maken. Dan weten de publieke partijen wat ze waar inkopen. Om dit te realiseren hoeft de marktwerking niet te worden afgeschaft, maar moeten de huidige gedoogconstructies worden afgewezen.”
Illusiepolitiek
Van Houdenhoven wijst erop dat wat de minister en vele anderen willen afschaffen vooral plaats heeft buiten de zorg. “Een groot deel van de zorggelden komt immers terecht bij ondernemingen die wel winst mogen uitkeren. Ondernemingen waarop de minister geen invloed heeft. Ondernemingen zoals bijvoorbeeld farmaceutische bedrijven die soms unfaire extreme winsten maken. In dit opzicht is het zelfs bijna gênant om de marktwerking te willen afschaffen. Alsof Novartis dan zegt: ‘Tuurlijk, gaan we doen. Meteen. We maken geen winst meer in Nederland. En niet alleen daar.’ Illusiepolitiek.”
Hoogleraar Van Houdenhoven stelt voor deze problematiek een aantal oplossingen voor. Zo zou zorg niet alleen op de laagste prijs moeten worden ingekocht, moet er worden nagedacht over de optimale inzet van technologie en moet er in nieuwe medicijnen worden geïnvesteerd als deze daadwerkelijk iets toevoegen. Zorgaanbieders zouden moeten inzetten op samenwerking, waarbij zorg in netwerken rondom de patiënt wordt georganiseerd en bepaalde vormen van zorg worden geconcentreerd.
Contraproductief
Van Houdenhoven vreest dat de lege discussie over marktwerking ten koste van het belangrijke gesprek over de toekomst van de zorg. Hij benadrukt dat de Nederlandse zorg van goede kwaliteit is. “De eigenlijke vraag is hoe deze kwaliteit wordt behouden en verbeterd. Daarbij moet rekening worden gehouden met het gegeven dat er meer vraag naar zorg komt, dat de technologische mogelijkheden exponentieel groeien, almaar minder mensen zorg kunnen leveren en de betaalbaarheid onder druk staat”, stelt hij. “Alarmistisch de noodklok luiden werkt contraproductief. Suggereren dat een zogenaamde ingreep – iets afschaffen – alles in één klap oplost, is een simplificatie van de werkelijkheid, dus kretologie.”