Patiënten zien een toekomst in de rol van een zorgbuddy tijdens een behandel- of herstelperiode. Dat blijkt uit onderzoek van Nivel. Het koppelen van een buddy zou tot een betere informatieoverdracht leiden.
Uit onderzoek blijkt dat patiënten zo’n 40 tot 80 procent van de gegeven medische informatie tijdens een artsenbezoek direct vergeten. Bijvoorbeeld door moeilijke medische terminologie of een laag opleidingsniveau. Terwijl het verbeteren van de informatieoverdracht en het betrekken van de patiënt bij het vervolgproces in de behandeling juist tot betere zorg en meer kennis kan leiden.
Pilot met geneeskundestudenten
Daarom zijn coöperatie VGZ, Radboudumc, Radboud Universiteit Nijmegen en Westterzijde een pilot gestart. Daarin zijn geneeskundestudenten als zorgbuddy ingezet om patiënten te ondersteunen tijdens de behandel- of herstelperiode van hun ziekte. De taak van de geneeskundestudent was om wekelijks contact met de patiënt te onderhouden en minstens één keer mee te gaan naar een consult met de specialist. Daarnaast bood de buddy een helpende hand in het voorbereiden en nabespreken van het artsenbezoek.
In de pilot snijdt het mes volgens Nivel aan twee kanten. ‘‘Patiënten kregen extra ondersteuning van de geneeskundestudent, wat studenten tegelijkertijd zou helpen om betere, inlevende arts te worden’’, aldus de onderzoekers in het Nivel-rapport. Doordat studenten met de patiënten meekijken tijdens hun ziekte- en herstelperiode, zien ze wat voor impact een ziekte op het leven van de patiënt kan hebben. ‘‘Zo krijgen zij extra bagage mee naast de studieboeken.’’
Pilot zorgbuddy
Nivel heeft de pilot – die van januari tot mei 2018 liep – geëvalueerd. Daaruit blijkt dat deelnemers positief zijn over de algehele begeleiding door de zorgbuddy. Als voordelen voor patiënten noemden ze dat de zorgbuddy mee kan naar consulten en kan inhaken op zaken die de patiënt vergeet op dat moment, vragen kan stellen waar de patiënt op dat moment niet aan denkt en medische termen nader kan toelichten als deze onduidelijk zijn.
‘‘De behoeften van deelnemers verschillen echter’’, aldus de onderzoekers. Dit komt mogelijk door de verschillende verwachtingen die deelnemers hebben. Ook verschilden de deelnemers in hun behoeften rondom invulling van de zorgbuddy en vonden ze het niet altijd nodig dat de zorgbuddy aansloot bij consulten.
Rol zorgverzekeraars
Over de rol van de zorgverzekeraar in het faciliteren van een zorgbuddy zijn de deelnemers aan het onderzoek duidelijk. ‘‘Ze zijn het erover eens dat het een taak voor de zorgverzekeraar is om een zorgbuddy aan te bieden aan hun verzekerden.’’
Toch heerst er ook wantrouwen naar de verzekeraar. ‘‘Er werden vraagtekens gezet bij het belang van de zorgverzekeraar bij een zorgbuddy’’, aldus de onderzoekers. Zo hebben deelnemers aangegeven bang te zijn dat de zorgbuddy door de zorgverzekeraar geïnstrueerd zou worden. ‘‘Daarom zou een onafhankelijke partij invulling moeten geven aan de zorgbuddy service en artsenopleidingen vormen een voor de hand liggende partij.’’