De zorguitgaven groeien dit jaar sterk, verwacht het Zorginstituut Nederland (ZiNL). De kosten voor het basispakket lopen naar verwachting met 4,6 procent (2,1 miljard euro) op tot 46,4 miljard euro in vergelijking met vorig jaar. Vooral de uitgaven voor hulpmiddelen en huisartsenzorg nemen toe.
Bij hulpmiddelen gaat het om een voorziene groei van 7,3 procent, oftewel met 110 miljoen euro naar 1,6 miljard euro. De stijging wordt onder meer veroorzaakt door de verhoging van het btw-tarief van 6 naar 9 procent dit jaar en meer gebruik van diabeteshulpmiddelen. Dat komt doordat de zogenoemde Flash Glucose Monitor sinds vorig jaar is opgenomen in het basispakket.
Langdurige zorg
Dat staat in de Zorgcijfers Monitor van het ZiNL, dat zich baseert op cijfers over het eerste kwartaal. De kosten voor langdurige zorg zijn in het eerste kwartaal ook sterk toegenomen: met 9 procent. Volgens het zorginstituut is er een “voorzichtige” tendens dat de groei van de hoeveelheid zorg sterker is dan in voorgaande jaren.
Modulair pakket
De hogere uitgaven voor langdurige zorg komen vooral door de gestegen vraag naar het ‘volledig pakket thuis’ (plus 20 procent) dat alle beschikbare zorg omvat en het modulair pakket thuis (plus 25 procent), waarbij maaltijden en huishoudelijke hulp buiten het aanbod vallen.
Specialistische zorg
De uitgaven voor medisch specialistische zorg laten een stijging zien van 3,6 procent tot 23,8 miljard en de huisartsenzorg kost naar verwachting 6,8 procent meer dan in 2018, waardoor die uitkomt op 3,7 miljard. In het Hoofdlijnenakkoord mag de huisartsenzorg maximaal 2,5 procent meer kosten, maar dat is exclusief loon- en inflatie-effecten.