Bijna een op de tien interim-managers is werkzaam in de gezondheidszorg. Daarmee is de zorg de sector die de meeste interim-managers telt. Dit blijkt uit onderzoek van Atos Interim Management en Nyenrode Business Universiteit onder 793 interim-managers.
Vraaguitval
Nederland telt tussen 15 en 20 duizend interim managers. Deze interim-markt vertegenwoordigt een economische waarde van 3 tot 4,5 miljard euro. Met het onderzoek willen Atos Interim Management en Nyenrode in kaart brengen hoe de vraag naar interimmers zich in verschillende sectoren ontwikkeld. Als gevolg van de economische crisis en de hierop volgende bezuinigingen daalt de vraag bij de overheid sterk. Volgens de onderzoekers is de daling van de vraagverwachting in deze sector nog nooit zo scherp geweest als nu.
Risicobeheersing
De vooruitzichten in de financiële dienstverlening zijn veel gunstiger voor interimmers. Hier tekent zich de grootste stijging in de vraag naar interim-managers af: 42 procent in vergelijking met 22 procent in het vorige halfjaar. De stijgende vraag heeft vooral te maken met de behoefte aan specifieke project- en programmamanagers. “In de financiële sector zie je nu een grote vraag naar project- en programma managers doordat de wetgever scherpere eisen aan de risicobeheersing stelt”, stelt directeur Piet Hein de Sonnaville van Atos Interim Management. “In de zorg zag je een soortgelijke ontwikkeling toen de basisverzekering werd ingevoerd.”
Tweede markt
Het onderzoek laat zien dat er binnen zorg op dit moment opvallend genoeg juist relatief weinig project- en programmamanagers werkzaam zijn. Interimmers in de zorg zijn overwegend actief als algemeen manager. Van de bijna 800 interim-managers die aan het onderzoek deelnamen is acht procent in de zorg werkzaam. Opvallend is ook dat voor een veel groter percentage de zorg een tweede markt is. Als verklaring voor het grote aandeel interim-managers in de zorg geven de onderzoekers de marktwerking. Marktwerking vraagt competenties en vaardigheden die niet vanzelfsprekend in de zorg aanwezig zijn.
Hellend vlak
In algemene zin constateren de onderzoekers dat de tijdelijke algemeen manager steeds meer plaats moet maken voor project- of programmamanagers met specifieke know how. Deze trend kent een uitgesproken demografische component. Project- en programmamanagers zijn vaak jong, terwijl algemeen managers juist op leeftijd zijn. en De onderzoekers waarschuwen dat met het verdwijnen van de ervaren generalisten veel kennis dreigt te worden vernietigd. “Organisaties die tijdelijk de leiding toevertrouwen aan mensen zonder jarenlange ervaring, begeven zich op een hellend vlak”, stelt De Sonnaville. “Juist nu organisaties behoefte hebben aan wijsheid en visie, maar óók aan de begeleiding van jong talent, is het onaanvaardbaar dat ouderen het veld moeten ruimen.”