De NZa kiest voor een stapsgewijze invoering van de integrale bekostiging in de langdurende zorg. Volgend jaar moeten zorginstellingen tien procent van hun huisvestingslasten via de normatieve huisvestingscomponent (NHC) terugverdienen, in 2013 twintig procent.
Eindpunt in het invoeringstraject voor integrale tarieven is –zoals Skipr in maart meldde- 2018. Vanaf dat jaar zijn instellingen in de langdurende zorg volledig financieel verantwoordelijk voor hun vastgoed. Dat wil zeggen dat ze niet langer kunnen rekenen op een vaste vergoeding, maar de huisvestingslasten moeten terugverdienen via de geleverde zorg.
Ophoging
De komende jaren kunnen instellingen voor een aanzienlijk deel van hun huisvestingslasten echter nog terug vallen op het huidige systeem van nacalculatie. De komende twee jaar wordt het deel dat via de NHC wordt vergoed telkens met tien procent uitgebreid. De NZa maakt in haar circulaire over de invoering van integrale bekostiging nog niet duidelijk hoe ze met deze ophoging met telkens tien procent in 2018 op honderd procent NHC-tarief uitkomt.
Vast tarief
Wel is duidelijk dat bestaande zorgaanbieders tijdens de overgangsperiode de NHC ontvangen als een vast tarief. Voor nieuwe aanbieders geldt deze geleidelijke overgang niet. Zij hebben vanaf 2012 gelijk te maken met een bekostiging op basis van de NHC, waarbij de hoogte van de NHC wel onderhandelbaar is.
Compensatie
Naast het overgangsmodel, komt er voor bestaande zorgaanbieders een regeling voor immateriële vaste activa (IVA). Dat zijn kosten van bijvoorbeeld leegstaande gebouwen. Deze worden op dit moment nog vergoed via nacalculatie. Door de invoering van de NHC voor geleverde zorg, kunnen aanbieders de kosten voor IVA niet terugverdienen. Dat zorgt voor onzekerheid en problemen bij de financiering, zo constateert de NZa. Daarom komen bestaande zorgaanbieders in aanmerking voor een compensatie. IVA die niet in aanmerking komen voor deze regeling, blijven onderdeel van nacalculatie, met dien verstande dat die nacalculatie in het overgangsmodel naar integrale tarieven steeds verder wordt afgebouwd. Hetzelfde geldt voor interim-huisvesting die voor 2012 in gebruik wordt genomen.