De benoeming van Peter Weeda, voormalig lid Raad van Toezicht van het Maasstad Ziekenhuis tot de Raad van Bestuur is niet onomstreden. De benoeming is in strijd met de Zorgbrede Governancecode en de motivatie om van die code af te wijken is ‘onvoldoende’.
Deskundigen zeggen dat door de benoeming ernstige twijfels ontstaan over de onafhankelijkheid van de Raad van Toezicht en het ziekenhuisbestuur. In het geval van het Maasstad Ziekenhuis weegt dit extra zwaar, aangezien de Raad van Toezicht zelf te laat op de crisis met de multiresistente bacterie reageerde. Bovendien is de benoeming in principe in strijd met de Zorgbrede Governancecode van de Brancheorganisaties Zorg. Daarin is vastgelegd dat voormalige leden van de Raad van Toezicht gedurende drie jaar niet benoembaar zijn tot de Raad van Bestuur van dezelfde instelling. Ook is de bepaling opgenomen dat bestuurstaken in de instelling niet kunnen worden overgenomen door (gedelegeerde) toezichthouders.
Reactie NVTZ
De Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in de Zorg (NVTZ) is dan ook fel gekand tegen de benoeming, blijkt uit de reactie van senior beleidsmedewerker Marjan Konings. “Maar meer dan zeggen dat de benoeming in strijd is met de code kunnen wij niet doen omdat het ziekenhuis geen lid is van onze vereniging. Dat betreur ik overigens niet op dit moment.”
Sluiproute
De Governancecode kent wel een sluiproute in de vorm van een ‘pas toe of leg uit’-regeling. Die staat toe dat zorginstellingen van de code afwijken, mits ze met goede argumenten komen. Het Maasstad Ziekenuis stelt in een eerste reactie alleen dat de keuze op Weeda is gevallen omdat hij op korte termijn beschikbaar was. Er is ook buiten de Raad van Toezicht gezocht, maar mensen met de juiste ervaring waren niet op korte termijn beschikbaar. Het ziekenhuis benadrukt dat de benoeming van Weeda van tijdelijke aard is – maximaal 4 tot 6 maanden – en dat Weeda na afloop van die periode niet meer terugkeert in de Raad van Toezicht.
Onvoldoende uitleg
Rienk Goodijk, hoogleraar Governance in de semipublieke sector en verbonden aan de Universiteit van Tilburg noemt de motivatie van het Maasstad Ziekenhuis in dit geval ‘onvoldoende’. Goodijk: “Het ziekenhuis heeft met het vertrek van Paul Smits geprobeerd het vertrouwen te herstellen, maar dan moeten ze de keuze voor Weeda wel goed verantwoorden. Zeker omdat de Raad van Toezicht zelf ook te laat reageerde op de crisis.”
Vertrouwen
Volgens Goodijk moet de Raad van Toezicht om te beginnen duidelijk maken hoe ze aankijkt tegen haar eigen functioneren tot nu toe. Ook moeten de toezichthouders uitleggen dat de benoeming van Weeda voldoende draagvlak heeft bij stakeholders en publiek. “Ze moeten zo’n benoeming goed verantwoorden voor de pers met vragen komt. Het gaat om vertrouwen.”
Crisissituatie
Goodijk vindt overigens dat het in crisissituaties mogelijk moet zijn om een toezichthouder te benoemen tot Raad van Bestuur. Professor Public Governance Hans Bossert van Nyenrode Business Universiteit is het daar mee eens. Bossert stelt dat het in het bedrijfsleven gebruikelijk is om in crisissituaties een ‘gedelegeerd commissaris’ te benoemen, dat is een toezichthouder die tijdelijk de bestuurstaken overneemt.
KPN Telecom
Bossert: “Het is geen elegante oplossing, maar het kan wel heel efficiënt zijn omdat de toezichthouders al kennis hebben van de organisatie en op de hoogte zijn van de problematiek. Dat is goed voor de continuïteit van de organisatie.” Hij noemt als voorbeeld de crisis bij KPN Telecom. Daarbij werd Ad Scheepbouwer, nu voorzitter van de Raad van Toezicht van het Maasstad Ziekenhuis en destijds commissaris bij KPN, tot bestuursvoorzitter van KPN benoemd.
Verantwoordelijkheid
Bossert en Goodijk zijn tevreden over de reactie van de NVTZ. Bossert: “Als burger maak ik me wel een beetje zorgen als de NVTZ zo’n signaal afgeeft.” Goodijk: “Het is goed dat de NVTZ op deze manier de eigen leden aanspreekt op hun verantwoordelijkheid, waaronder het naleven van de Governancecode. Zo neemt het gewicht van de ‘pas toe leg uit’-regeling toe.”
Reactie NVZ
De NVZ vereniging van ziekenhuizen vindt dat van ‘grove schending’ van de Governancecode geen sprake is, zolang het inderdaad een tijdelijke maatregel betreft die bijvoorbeeld in het jaarverslag goed verantwoord wordt. De NVZ is een van de brancheorganisaties die de Zorgbrede Governancecode ondertekende. Naleving van de Governancecode geldt voor alle leden van de deelnemende brancheorganisaties als lidmaatschapsverplichting. (Daan Marselis)