Het verscherpt toezicht op het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam is opgeheven. De Inspectie voor de Gezondheidszorg vindt dat er voldoende maatregelen zijn getroffen om de veiligheid weer te garanderen.
Het ziekenhuis had te maken met de gevaarlijke multiresistente Klebsiellabacterie. Deze heeft zeer waarschijnlijk drie patiënten het leven gekost. Tot nu toe hebben 107 patiënten van het ziekenhuis de bacterie opgelopen, 28 van hen zijn overleden. Tussen de 1000 en 2000 andere patiënten worden nog onderzocht. De afgelopen maand zijn geen nieuwe besmettingen gemeld.
Een overzicht van de gebeurtenissen de afgelopen maanden:
31 mei 2011: Het ziekenhuis meldt dat het te kampen heeft met een uitbraak van de Klebsiellabacterie. De directie geeft toe dat ze niet alert genoeg heeft gereageerd. Het spoor van de uitbraak loopt terug tot oktober 2010.
6 juni: Het Maasstad Ziekenhuis gaat patiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis, onderzoeken op de bacterie. Het onderzoek richt zich onder meer op de vraag hoe de zogeheten Oxa48-bacterie zich heeft verspreid.
12 juli: Directeur Paul Smits geeft toe dat bij pogingen de besmetting de kop te drukken niet alles goed is gegaan.
9 augustus: Paul Smits legt per direct zijn functie neer. Een Kamermeerderheid vindt dat hij zijn gouden handdruk van bijna 236.000 euro moet teruggeven.
17 augustus: Peter Weeda vervangt Paul Smits. Hij is benoemd tot interim-bestuurder en wordt verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het ziekenhuis. Weeda was sinds 2005 lid van de raad van toezicht van het ziekenhuis en legt die functie per direct neer.
23 augustus: Letselschadebureau Palsgroep heeft twee schadeclaims in voorbereiding van patiënten.
2 september: De Klebsiellabacterie heeft zeer waarschijnlijk drie patiënten het leven gekost. In tien overlijdensgevallen kan niet worden uitgesloten dat de bacterie de doodsoorzaak was.
13 september: Een onafhankelijke commissie van externe personen gaat onderzoeken hoe de uitbraak van de Klebsiellabacterie heeft kunnen plaatsvinden. De commissie staat onder leiding van professor Wolter Lemstra. Het onderzoek duurt naar verwachting een half jaar. (ANP)