De afgelopen maanden hebben ziekenhuizen, ouderenzorginstellingen, ggz-instellingen, gehandicaptenzorginstellingen en jeugdzorginstellingen hun uiterste best gedaan de coronacrisis te bezweren en de zorg zo goed mogelijk door te laten lopen. Er was applaus op de straten en de pleinen, er waren posters en t-shirts met rode harten voor de ramen en de minister-president en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport spraken niets dan lovende woorden. Op en top vertrouwen in ons zorgstelsel, en volledig terecht!
Zoek geen zekerheden die er niet zijn
Doordat Covid-19 een forse impact heeft op de operationele bedrijfsvoering van zorgaanbieders en de sector niet gebaat is bij financiële onzekerheid in deze tijd hebben de belangrijkste financiers vrij snel ‘garanties’ gegeven dat opbrengstderving en additionele kosten gecompenseerd zouden worden en dat liquiditeit (lees: bevoorschotting) geen issue zou zijn. Nu we een paar maanden verder zijn en de betrokken partijen de ‘garanties’ uitwerken, kunnen we concluderen dat de intenties nog steeds goed zijn, maar dat er bij de uitwerking zekerheden worden gezocht die er niet zijn.
Hoe krijg je als zorgverzekeraar, zorgkantoor of andere financier de zekerheid dat alle extra middelen, mondkapjes, kleding, desinfectiemiddelen, extra inzet van personeel en vergoeding voor gederfde opbrengst terecht in rekening worden gebracht bij de individuele zorgverzekeraar? Had de zorgaanbieder meer kunnen doen om de variabele kosten te verlagen? Waren alle uitgaven wel doelmatig? Had de zorgaanbieder andere keuzes kunnen maken? Als dan ook nog eens de individuele gemeenten en Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) in de verantwoording worden betrokken, neemt de uitdaging alleen maar toe.
Accountantscontrole
De volgende stap in het proces is de vraag aan ons om als accountants deze uitgaven – en gederfde opbrengsten – te controleren. Het vertrouwen maakt plaats voor geformaliseerd wantrouwen in de vorm van beleidsregels, controleprotocollen en verplichte accountantscontrole. Is daarbij sprake van onwil of onkunde bij betrokken partijen? Het eerlijke antwoord is naar onze mening ‘nee’. Het is het gevolg van de wijze waarop het zorglandschap is ingericht. Een zorgverzekeraar kan premiegelden niet zondermeer aan een ziekenhuis of een andere zorginstelling geven zonder een valide tegenprestatie. Ditzelfde geldt voor de andere financiers. De individuele financiers valt dus niet te verwijten dat ze voor hun eigen belangen opkomen. Sterker nog, ze worden er door de huidige wet- en regelgeving toe gedwongen.
Jaarrekening: krachtig verantwoordingsdocument
Stel nu eens dat een zorgaanbieder de afgelopen maanden er alles aan heeft gedaan om patiëntenzorg door te laten gaan en geen onnodige kosten heeft gemaakt. Waarom zou een zorgaanbieder dat namelijk wel doen? Ook is de zorgaanbieder er niet op uit om financieel beter te worden van deze crisis. Laten we dus vertrouwen op de goede bedoelingen van zorginstellingen en haar bestuurders en toezichthouders.
Als we deze lijn aanhouden, is er een heel mooi en krachtig verantwoordingsdocument: de jaarrekening. Daarin worden alle opbrengsten en kosten verantwoord op basis van geldende (consistente) grondslagen. Bovendien voorziet een accountant de jaarrekening van een controleverklaring. Dat is bij uitstek de mogelijkheid om een integrale verantwoording te krijgen van een zorgaanbieder die voldoet aan de daaraan te stellen eisen vanuit het maatschappelijk verkeer.
Splitsing van gederfde opbrengsten en kosten
Zijn de financiers – zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en DJI – hier helemaal mee geholpen? Mogelijk niet, want zij willen graag weten wat hun deel is van de kosten en wat zij moeten bijdragen. Een bijlage in de jaarrekening met een splitsing van de gederfde opbrengsten en kosten naar financiers biedt uitkomst, zowel in de jaarrekening 2020 als in de jaarrekening 2021, gelet op de doorlopende effecten rondom bijvoorbeeld het wegwerken van wachtlijsten. De bijlage wordt dan gecontroleerd in het kader van de jaarrekeningcontrole op basis van de jaarrekening-materialiteit. Deze is hoger dan bij een individuele verantwoording.
De financiers moeten uiteraard ook verantwoording afleggen; voor de ‘tekorten’ die zij hebben zijn er allerlei ‘stroppenpotten’ voor adequate vergoedingen. Aangezien die vergoedingen uiteindelijk afkomstig zijn van het ministerie van Financiën, en dus van ons als belastingbetalers, is dit een acceptabele en werkbare oplossing in een crisissituatie.
Niemand is namelijk gebaat bij ingewikkelde verantwoordingsvereisten op het niveau van een zorgaanbieder, en daarmee schijnnauwkeurigheid. De financiers zijn juist gebaat bij zekerheid over een adequate vergoeding uit de ‘stroppenpot’ voor deze door niemand gewenste crisis. Wij roepen dan ook op tot vertrouwen in het feit dat zorgaanbieders én financiers in de basis de juiste keuzes hebben gemaakt, en die ook blijven maken. En dat de benodigde vergoeding een direct uitvloeisel is van de coronacrisis en daarmee betaald moet worden. Een gedetailleerd verantwoordingscircus op instellingsniveau gaat niet leiden tot andere uitkomsten, wel tot meer (administratieve) lasten en daarmee kosten.
Voldoende instrumentaria om misbruik te beboeten
Zorgaanbieders die misbruik maken van de situatie moeten hard worden aangepakt. Daar bestaan voldoende instrumentaria voor. Maar laten we nu eerst zorgen dat de overgrote meerderheid aan goedwillende zorgaanbieders (minimaal 90 procent van de instellingen, vermoedelijk goed voor 99 procent van de zorguitgaven) niet de dupe worden van de verantwoordingskramp die – als we niet oppassen – weer gaat ontstaan. Want zeg nou eerlijk, willen we onze zorgaanbieders in deze tijden belasten met extra administratieve lastenverzwaring? Of kunnen we dat achterwege laten en zorgaanbieders dat laten doen waarvoor ze op aarde zijn: zorg verlenen, en hopelijk zo snel mogelijk de opgelopen wachtlijsten afbouwen.
De politiek kan daarbij helpen door niet bij het eerste misbruikgeval in de kramp te schieten en toezichthouders tot actie te dwingen, maar haar zegeningen te tellen dat alle andere zorgaanbieders wel het juiste doen.