In augustus 2017 schreef ik een warm pleidooi om het onderscheid tussen plaatsen verblijf met en zonder behandeling binnen de Wlz te laten vervallen. Inmiddels heeft Zorginstituut Nederland een definitief adviesrapport gepubliceerd rondom behandeling.
In dit rapport adviseert het Zorginstituut om alle zzp-plaatsen en VPT-geclusterde plaatsen inclusief behandeling te maken en daarmee het onderscheid tussen verblijf met en verblijf zonder behandeling te laten vervallen. Tevens wordt geadviseerd om de farmaceutische zorg in deze gevallen in de Wlz onder te brengen. De argumenten die daarbij worden gehanteerd kunt u teruglezen in mijn blogs van april en augustus 2017.
In het adviesrapport wordt mijn pleidooi om het bovengenoemde onderscheid te laten vervallen wederom ondersteund. Weliswaar is vanaf 2017 de mogelijkheid gecreëerd om bovenop een plaats exclusief behandeling kortdurend extramurale behandeling te declareren, de zorgkantoren gaan doorgaans terughoudend om met deze mogelijkheid. Deze mogelijkheid biedt ook lang niet in alle gevallen uitkomst en is daarnaast afhankelijk van het beschikbaar regiobudget van het zorgkantoor. Hierdoor is er nog steeds sprake van een ongelijkheid tussen cliënten die met eenzelfde indicatie verblijven op een plaats verblijf met of zonder behandeling. Deze ongelijkheid komt onder meer ook naar boven bij tandheelkundige en farmaceutische zorg.
Budget
Indien het adviesrapport door VWS wordt overgenomen zal er budget vanuit de Zvw moeten worden overgeheveld naar de Wlz. Het bedrag wat met deze overheveling gepaard gaat is volgens de eerste inschattingen 600 miljoen euro.
Eind 2017 heeft er binnen de Wlz een kostprijsonderzoek plaatsgevonden door KPMG in opdracht van de NZa naar de kostprijzen van de verschillende prestaties. De resultaten zijn recent bekend geworden en de NZa zal voor 1 juli 2018 de nieuwe tarieven voor 2019 publiceren. Helaas is de discussie rondom behandeling nog niet volledig uitgekristalliseerd waardoor het onderscheid tussen verblijf met en zonder behandeling en daarmee de bestaande onduidelijkheid ook in 2019 binnen de Wlz blijft bestaan.
Controles
Vanaf april 2018 starten de zorgverzekeraars met controles of declaraties van de zorg aan cliënten op een behandelplek wel op de juiste plaats worden ingediend. Deze zorg moet namelijk ten laste komen van de Wlz en niet van de Zvw. Uiteraard moeten nota’s bij het juiste gremium worden ingediend. Maar hiermee wordt wederom tegelijkertijd beklemtoond dat er veel onduidelijkheid is bij de diverse zorgverleners (huisartsen, tandartsen en apotheken) waar zij hun nota’s voor de geleverde zorg kunnen indienen.
Uiteraard is een zorgvuldige afweging noodzakelijk omtrent de behandeling en moet rekening gehouden worden met onder meer de keuzevrijheid van de cliënten. Deze moet zoveel mogelijk gerespecteerd worden.
Niemand is echter gebaat bij de huidige situatie en de daarmee gepaard gaande onduidelijkheid. Het jaar 2019 is helaas niet meer haalbaar. Laat de politiek in ieder geval voor medio 2019 een besluit nemen, zodat de NZa dit in de beleidsregels voor 2020 kan meenemen.
Ad Romme
Senior adviseur raad van bestuur Middin en algemeen bestuurdslid Fizi