Recentelijk bleek uit een onderzoek van verzekeraar VGZ dat langere gesprekken tussen huisartsen en patiënten tot lagere zorgkosten kunnen leiden. Financiële consequentie daarvan is dat de huisartsen een ruimere vergoeding moeten krijgen; zij zien immers minder patiënten per dag, maar die hogere kosten worden meer dan terug verdient tijdens het zorgproces ná dat gesprek.
Dit is een goed voorbeeld van onvoldoende onderzochte bezuinigingen in het verleden en het meten van effecten ná ingang zetten van gemaakte politieke keuzes. Positief punt is dat hier in redelijk korte tijd onderzoek startte op basis van het piepen en kraken in de huisartsenzorg. Met andere woorden: schade is goed onderbouwd herstelbaar cq verdere schade kan worden voorkomen.
Dit is slechts één voorbeeld van hetgeen ons nog te wachten staat. Het gaat in de huisartsenzorg om relatief lagere herstel/meer kosten. In andere delen van de zorgsector zullen de herstelkosten van onvoldoende onderbouwde bezuinigingen vele malen hoger zijn. Ik schatte deze kosten in een recent artikel in Het Financieele Dagblad (2 oktober) op circa 3,3 miljard euro. De CPB schattingen die ten grondslag liggen aan het kabinetsbeleid missen namelijk recente ervaringen in de sector en de invloed daarvan op de toekomstige zorgkosten. Ik noem u verkort enkele dossiers.
Ouderenzorg
De gemiddelde zorgzwaarte in de verpleeghuizen stijgt spectaculair. Bewoners verblijven weliswaar steeds korter, maar hun zorgbehoefte neem fors toe: de laatste tijd van 4,9 naar 5,3. Een verdere stijging van zorgzwaarte met 10 procent zal leiden tot een half miljard euro aan extra kosten in de verpleeghuiszorg.
In de thuiszorg is het aantal bezoeken per zorgvrager aan het stijgen van 1 a 2 keer per dag tot 3 a 4 keer per dag. Primaire thuiszorg en toenemende reistijden zullen hierdoor stijgen met circa 0,9 miljard.
Extramuralisatie van (voordien) intramurale ouderenzorg, legt extra druk op huisartsen, SEH’s en huisartsenposten. Geschatte meerkosten: 0,5 miljard. De druk op eerste lijns verblijf (ELV) neem fors toe. ELV bedden krijgen we niet aangesleept. Voldoen aan de vraag leidt tot circa 0,3 miljard meer zorgkosten.
Investeringen
In hoog tempo bieden ondernemingen steeds ingenieuzere apparatuur aan de zorgsector aan. Als we toepassing/aankoop van deze (veelal toegevoegde waarde hebbende) investeringen extrapoleren naar de toekomst dan leidt dat tot 0,1 miljard stijging van zorgkosten.
Zorgaanbieders leveren jaarlijks 2 tot 4 procent meer zorg dan is gecontracteerd. Het is onvermijdelijk dat verzekeraars deze kosten in de toekomst alsnog(zeker deels) moeten gaan betalen. Zorgorganisaties kunnen nu eenmaal niet blijven doorgaan met niet-vergoede zorgkosten.
Accountant EY gaf recent aan dat het rendement van zorgorganisaties met 0,5 procent omhoog moet. Om dat te bereiken zullen de zorgkosten met circa 0,3 miljard moeten stijgen. Huisvesting (renovatie en nieuwbouw) in de ouderenzorg zal leiden tot extra kapitaallasten van geschat 0,2 miljard.
Interessant is dat de jeugdzorg steeds een ondergeschoven kind blijkt in begrotingsdiscussies. Complexiteit en intensiteit van deze zorg neemt gestaag toe. Het is niet vreemd als de sector daarvoor 0,2 miljard extra gaat uitgeven.
Oppassen met bezuinigen
Zo ontstaat een beeld van gerealiseerde bezuinigingen die onvoldoende zijn onderzocht op toekomstige ontwikkelingen in de zorgsector en die thans als een boemerang terug slaan op de komende begrotingen van het ministerie.
Zoals ik eerder schreef in het FD: uiteraard zullen innovaties en bedrijfskundige inzichten een bijdrage leveren aan vermindering van de uitgaven. Maar we moeten voorzichtig zijn met verder (onvoldoende onderbouwd) bezuinigen: de lucht is eruit. Als we verder gaan komen er ongelukken (menselijk en financieel).
Paul Baks
Toezichthouder en adviseur in de zorg