Bij ons wonen mensen met een verstandelijke beperking en die kunnen niet omgaan met plotselinge veranderingen. Hun levens draaien om voorspelbaarheid en nabijheid in contact. Die nabijheid kan fysiek zijn, maar kan ook zitten in een subtiel netwerk. Beide maken – hoewel niet heel zichtbaar – mogelijk dat zij met geringe ondersteuning (begeleid) zelfstandig kunnen leven.
Veranderingen voor cliënt en zorgmedewerker
Het had enorme gevolgen dat beide vormen van nabijheid door de coronacrisis in één keer onmogelijk werden. We hebben mensen echt zien vastlopen. En onze medewerkers waren angstig voor hun eigen gezondheid, de verantwoordelijkheid voor hun gezin en de verantwoordelijkheid die ze voelden voor de gezondheid van de cliënten. De voorraad persoonlijke beschermingsmiddelen was in het begin soms slechts voldoende voor een halve dag en de mogelijkheid tot testen van alle medewerkers is laat op gang gekomen.
Dagelijks aanpassen
Voor mijn gevoel moesten we in een paar weken tijd onze organisatie opnieuw uitvinden. De onervarenheid met het virus en de beperkte middelen en infrastructuur maakten dat we aanvankelijk dagelijks aan het bijstellen waren. Daarbij komt dat onze bewoners heel divers zijn. De één woont bijna zelfstandig, de ander in een woongroep met 24-uurs nabijheid. Binnen een woongroep wonen dan weer mensen samen die wel en niet tot de kwetsbare doelgroep voor dit virus behoren.
Zoektocht naar maatwerk
Die diversiteit vraagt om maatwerk, en soms ook om afwegingen die voor de hele groep gelden. Tussen die twee moesten we afwegingskaders maken die onze bewoners, maar ook de medewerkers duidelijkheid bieden. Dat kunnen onze medewerkers: zij doen dagelijks niet anders dan individueel risico’s afwegen. Toch was dat met een onbekend virus spannend en onzeker en vroeg het aanvullende ondersteuning. Tegelijkertijd zagen we dat het soms ook lastig uitleggen is: waarom voor de één wel en de ander niet. Rationeel uit te leggen, maar gevoelsmatig ingewikkeld. Echt morele dilemma’s. Daarvoor hebben we zowel onze medewerkers als onze bewoners en hun ouders vanaf het begin coaches aangeboden.
Geleerde lessen: op maat en vanuit de bewoner
Deze periode heeft ons geleerd hoe belangrijk maatwerk blijft. Daarbij hoort dat de kaders helder zijn en dat binnen die kaders ruimte en vertrouwen bestaat voor professionals, bewoners en naasten om de juiste keuzes te maken. Op maat en vanuit de bewoner. Zo blijft de professional in zijn kracht en blijven we uitgaan van de eigenheid en autonomie van de bewoner. Die kan dan met de medewerker keuzes blijven maken, ook als er niet veel te kiezen is. Dat zag ik ook in de reactie vanuit de inspectie, die ruimte en vertrouwen gaf en aansluiting zocht bij knelpunten die zorginstellingen ervoeren.
Noodzaak tot adaptief besturen
Van mij vraagt dat steeds aanpassen, adaptief bestuur. Zo zal bij een mogelijke heropleving van het virus veel lokaler gehandeld kunnen worden. We zullen situationeel maatregelen nemen, die minder impact op het geheel hebben. Dat kan ook nu we meer weten over het virus en de voorwaarden (beschermingsmiddelen, testen) op orde zijn.
Grote vraagstukken vragen om anders denken en doen
“We doen het samen”, zeggen we steeds. Dat klinkt een beetje platgetreden, maar is voor mij wel de essentie. En het laat ook iets toekomstigs zien. De zorg zal de komende jaren grote vraagstukken kennen, zoals betaalbaarheid en personeelstekorten. Dat vraagt anders werken en doen. Maatwerk, lokaal en samen. Ruimte voor professional, bewoner en netwerk om te kijken wat passend is. Nieuwe vormen, juist omdat daarin het vertrouwen aan medewerkers en bewoners gegeven wordt dat zij binnen kaders samen tot iets komen. Nooit eerder was zorg zo in maatschappelijk debat als nu: iedereen heeft het er over, iedereen maakt afwegingen en voelt zich eigenaar van het risico.
Met eigenaarschap in gesprek
Dat gegeven gebruik ik om met medewerkers en ouders in gesprek te zijn over waarom wij handelen zoals we nu doen. Door hen eigenaarschap te geven, zal het gesprek ook meer over formele versus informele zorg worden gevoerd. Als dit de les is die we van deze crisis leren is dat goud waard.
Remco Bakker
Bestuursvoorzitter van de Raphaëlstichting en lid van de RVS KennisRing