De geestelijke gezondheidszorg worstelt. En het is nog maar de vraag of zij er in slaagt om weer boven te komen. Woest slaan de golven van transitie, botsende geldstromen en sturingsmechanismen de ggz om de oren.
Reddingsbrigades met stoere namen als Aanjaagteam verwarde personen en Taskforce GGZ zijn op instigatie van het ministerie onderweg om te redden wat er te redden valt……
Intussen moet de branche met lede ogen aanzien hoe lokale overheden privacy en medische vertrouwelijkheid met voeten treden, terwijl zorgverzekeraars aanbieders in een dwangbuis van evidence based protocollen en richtlijnen persen. Dat bemoeilijkt de ademhaling.
Waar is de horizon? Aanbieders hebben nood aan een wenkend perspectief. Maar ze bewegen niet samen naar een stip aan de horizon. Burenruzies en burenfusies, die slechts meer van hetzelfde op grotere schaal opleveren, hebben hun resterende energie nagenoeg opgeslorpt. De branche dreigt kopje onder te gaan.
Protocollen
Naar de patiënt luisteren, patiënten serieus nemen. Dat valt de ggz, toch een sector waarin veel wordt gepraat, nog altijd moeilijk. Paradoxalerwijze ‘wordt de patiënt gegijzeld door de pessimistische kijk van de behandelaar’, stelt psychiater Jim van Os. “Van dit uit de hand gelopen bureaucratische systeem met zijn richtlijngeneeskunde, zorgpaden en protocollen, wordt geen patiënt beter.”
Disruptieve pilot
Niet alles hoeft verloren te zijn. Van Os bepleit een ‘disruptieve pilot’ met natuurlijke samenwerking op regionaal niveau, waarbij alle zorgverleners samen een proces van eigen regie op gang brengen. Opdat de geestelijke gezondheidszorg eindelijk ruimte biedt aan de emancipatie van de patiënt.
Ruud Koolen, hoofdredacteur Skipr