Op 14 oktober werd er na maanden van onderhandeling een akkoord bereikt voor een nieuwe CAO Verpleeg,- Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT). Of dit een eind maakt aan de ORT-discussie valt nog te bezien.
Naast afspraken over een (structurele) loonsverhoging hebben partijen de langlopende discussie over de uitbetaling van onregelmatigheidstoeslag (ORT) over vakantie- en verlofuren beslecht.
Uitspraken
Deze discussie ontstond medio 2015 na de uitspraken van de kantonrechters Den Haag en Amsterdam. Zij oordeelden dat, op basis van Europese regelgeving, werknemers in de zorg aanspraak hebben op doorbetaling van loon inclusief (de gemiddelde) ORT tijdens hun vakantie.
Het verweer van de betrokken werkgevers, dat in de CAO VVT was afgesproken dat werknemers tijdens hun vakantie alleen aanspraak hadden op betaling van het ‘kale’ loon, wees de rechter af. Die CAO-bepaling is in strijd met Europese regelgeving en dus nietig, aldus de rechter. Zuur voor de betrokken werkgevers die zich ineens geconfronteerd zagen met een enorme onvoorziene ‘kostenpost’.
Stormvloed aan procedures
Na de uitspraken van de kantonrechter startten honderden werknemers een procedure tegen hun werkgever tot (na)betaling van ORT over, de door hen genoten, vakantie-uren. De werkgevers die door de kantonrechter werden veroordeeld tot betaling, tekenden op hun beurt hoger beroep aan. Aan deze lawine van procedures komt nu een eind als het aan de partijen bij het onderhandelingsakkoord ligt. Vanaf 1 januari 2017 krijgen werknemers ORT uitbetaald over al hun vakantie- en verlofuren.
Ten aanzien van het verleden is afgesproken dat partijen aan hun leden zullen aanbevelen een regeling te treffen zoals in het akkoord is uitgewerkt. Kort samengevat houdt die regeling in dat partijen worden gestimuleerd om een zogenaamde vaststellingsovereenkomst te sluiten. Hierin wordt de ORT-discussie geschikt en betaalt de werkgever aan de werknemer een afkoopsom die is berekend aan de hand van de in het akkoord aangegeven uitgangspunten.
Einde in zicht?
Betekent dit een definitief einde van alle gerechtelijke procedures? Dat valt te bezien. Individuele werkgevers en werknemers zijn immers niet verplicht een regeling aan te gaan zoals in het onderhandelingsakkoord wordt aanbevolen. De regeling is voor de werkgevers uiterst kostbaar omdat deze voorziet in (na)betaling van ORT over alle vakantie- en verlofuren in de afgelopen vijf jaar aan al hun werknemers. Daar staat echter tegenover dat de regeling voorziet in een spreiding van de nabetaling over maar liefst drie jaar. De werknemers moeten dus langer op hun geld wachten.
Tegenover deze nadelen staan de voordelen van een minnelijke regeling waarmee (advocaat) kosten worden bespaard en procesrisico’s uitgesloten. Partijen zullen voor zichzelf moeten beslissen wat ze zwaarder laten wegen.
Eigen regeling
En zoals gezegd zijn partijen niet gebonden aan de regeling zoals uitgewerkt in het onderhandelingsakkoord. Het staat hen volledig vrij om gezamenlijk tot een “eigen” regeling te komen die beter aansluit bij de individuele – financiële – situatie en omstandigheden.
De praktijk zal uitwijzen of en in hoeverre de “standaard-regeling” in het onderhandelingsakkoord een werkbare oplossing blijkt voor het ORT-dossier of dat men uiteindelijk toch de voorkeur geeft aan een – eventueel in overleg met de Ondernemingsraad – te treffen maatwerk-regeling.
Naschrift:
Vorige week heeft de Rechtbank Overijssel (vindplaats: ECLI:NL:RBOVE:2016:4302) geoordeeld dat het recht op betaling van ORT over de vakantie-uren geen betrekking heeft op de zogenaamde bovenwettelijke vakantie-uren. Dit zijn alle extra verlofuren die aan de werknemer zijn toegekend boven het wettelijk minimum aantal van vier maal de wekelijkse arbeidsduur ( dus 4 weken bij een fulltime dienstverband).
De regeling in de CAO VVT voorziet in een vergoeding van zowel de wettelijke als de bovenwettelijke vakantie-uren (over de afgelopen vijf jaar) en gaat dus (veel) verder dan volgens deze rechter zou moeten. Wellicht aanleiding voor werkgevers om toch te kiezen voor een eigen – soberder – maatwerkregeling.
Specialist arbeidsrecht Nysingh Advocaten en Notarissen