Vorige week had ik het genoegen om met enkele opinion leaders uit de Engelse gezondheidszorg om tafel te mogen en te discussiëren over kwaliteit en veiligheid in ziekenhuizen.
Weeffouten in zorgsysteem
In de Engelse gezondheidszorg wordt van uit de National Health Service veel meer centraal gestuurd op deze onderwerpen. Overigens niet altijd met optimaal resultaat, gezien de rel die in Engeland op het moment door het land raast naar aanleiding van het Francis Inquiry Report. In dit rapport worden grote misstanden blootgelegd in een specifiek ziekenhuis (Mid Staffordshire), waar gedurende enkele jaren alleen maar gekeken werd naar financiële parameters en mogelijkheden voor kostenbesparing en niet naar patiënt tevredenheid en kwaliteit- en veiligheidsaspecten. Dit ziekenhuis was nota bene gecertificeerd door diezelfde NHS. In Engeland lijken dus in het systeem structurele weeffouten te zitten. De vraag is of dit in Nederland wezenlijk anders is.
Veiligste ziekenhuis
Terugkijken is zinvol en leerzaam, maar de hamvraag moet natuurlijk zijn wat we er van kunnen leren om het in de toekomst beter te kunnen doen. Een van de bestuurders, CEO van de Salford Royal NHS Foundation Trust, heeft enkele jaren met medische staf en staf van verpleegkundigen en alle overige ondersteunende diensten, nadrukkelijk de ambitie uitgesproken het veiligste ziekenhuis van Engeland te willen worden. Daartoe werd een driejarig programma uitgerold waarin werd gestreefd de laagste overlijdensratio in de NHS te realiseren en het aantal incidenten te halveren. Eigenlijk is deze doelstelling sectorbreed vergelijkbaar met die van het Veiligheids Management Systeem in Nederland.
Interne kwaliteitsindicatoren
Ik was zeer onder de indruk van de drive en de grote stappen die onze collega’s in Engeland hadden gemaakt op het gebied van clinical governance: een uitgebreid pakket aan interne kwaliteitsindicatoren, geen gedoe meer over de HSMR, duidelijke afspraken over taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en de acceptatie van de bijbehorende aanspreekcultuur, maar bovenal de openheid en de daadwerkelijke stappen naar cultuurverandering en een verbetercyclus.
Verwonderpunten waren er ook: met name de immense bureaucratie die in het leven wordt geroepen binnen de NHS om clinical audits te doen. Die kant moeten we in Nederland echt niet op
Investeren in kwaliteit
Uiteindelijk kregen we discussie over de vraag of kwaliteit ook besparingen oplevert. Echte bewijzen waren hiervan niet, maar eigenlijk alle collega’s die het in de indicatoren (waaronder HSMR) goed deden, hadden goede financiële resultaten. Zo lijken kwaliteit en doelmatigheid hand in hand te kunnen gaan. Het enige probleem was ook daar: de kosten gaat voor de baten. Investeren in kwaliteit kost nu geld en levert later op. En: investeren binnen de ziekenhuismuren levert vaak revenuen op andere plekken in de keten, of bij zorgverzekeraars. Mooie voorbeelden zijn het Elektronisch Voorschrijf Systeem en de medicatieverificatie: natuurlijk altijd doen! Hierdoor ontstaan veel minder medicatiefouten en voor patiënten een flinke kwaliteitsverbetering. We hebben daarin als ziekenhuis fors geïnvesteerd. Patiënten zijn er blij mee. De financiële revenuen liggen bij de zorgverzekeraars. Toch hebben zij niet mee willen investeren.
Ketenpartners
Willen we echt stappen zetten op het dossier van kwaliteit dan moeten we dat aan de voordeur met elkaar gaan regelen. Samen met ketenpartners investeren. Vooral niet aan de achterdeur door allerlei controlemechanismes te introduceren. Ik zou hier paradoxaal genoeg willen spreken van gecontroleerde verantwoording. Of zoals ik laatst ergens las: veiligheid creëert men niet door muren te bouwen, maar door deuren te openen.
Paul van der Wijk
Lid raad van bestuur Martini ziekenhuis