De gereviseerde richtlijn ‘Organisatie en werkwijzen intensive care voor volwassenen’ werd op 1 juli weggestemd in de ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC). Er was ruim vijf jaar gewerkt aan de tekst hiervan.
De veranderende organisatie van de zorg in Nederland maakt het noodzakelijk om de uit 2006 stammende vigerende richtlijn te reviseren. Temeer omdat is gebleken dat, voor de acute zorg, organisatorische verbeteringen een belangrijk effect op de uitkomst van ernstig zieke patiënten hebben. Reden dus om hierin door te ontwikkelen. Bovendien lijkt het zo logisch om een nieuwe richtlijn nu echt vanuit het patiënten perspectief te formuleren in plaats van uit het perspectief van zorgaanbieders.
Andere organisatie
Vanuit die gedachte is een eerste versie van de richtlijn ontstaan die een werkelijk andere organisatie van IC-zorg kende dan de bestaande richtlijn. Een versie waarin ook het zich snel ontwikkelende e-health een plaats kende. De overweldigende kritieken op deze vernieuwende zienswijze gaven aan dat de intensivisten nog niet toe waren aan een dergelijke derde orde-verandering van de organisatie van hun dienstverlening. Ook na een grondige revisie van dit eerste concept en een tweede revisie waarbij nog hoogstens van een tweede orde-verandering sprake is, blijven de behoudende krachten de overhand houden.
De theorie van EBM wordt gebruikt als wapen terwijl de wereld om ons heen en de politieke besluiten over de zorg buiten het EBM-dogma wel vooruitgaan. Het gevolg is dat de IC zich buiten de maatschappelijke context plaatst. Vanuit maatschappelijk en patiënten perspectief is er niets op tegen als intensivisten 24/7 in het ziekenhuis aanwezig zijn bij ernstig zieke patiënten en ook niet als de meest zieke patiënten behandeld worden in centra die hiervoor het best zijn uitgerust. De intensivisten lijken gevangen in hun eigen denkkader. Kunnen zij zichzelf verlossen of is daar hulp voor nodig?
Peter van der Voort
Hoogleraar Healthcare TIAS