Met verbazing las ik vorige week het rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) ‘Zonder context geen bewijs, over de illusie van evidence-based practice in de zorg’. De raad lijkt EBP te reduceren tot het rigide volgen van richtlijnen. Maar de gedegen weging van de wetenschappelijke richtlijn door de arts en de context van de patiënt zijn juist essentieel bij het goed gebruik van EBP.
In mijn werk als revalidatiearts inventariseer ik met zorg de hulpvraag en de omstandigheden van de patiënt. Mijn behandeladvies baseer ik op wetenschappelijk gefundeerde kennis over ziekte, prognose en behandelmogelijkheden. Op die manier zorg ik voor een doelmatige en patiëntgerichte behandeling en realistische verwachtingen bij de patiënt. Bij elke patiënt wordt gemeten of het nagestreefde doel is bereikt. Dit is hoe wij EBP toepassen, en deze manier van werken is een kernwaarde in onze bedrijfsvoering.
Misser
Maar nu neemt de RVS afstand van EBP; noemt het zelfs een illusie. Het gekke is: de voornaamste punten uit het rapport onderschrijf ik van harte. Richtlijnen zijn geen ijzeren wetten en randomised clinical trials (RCT’s) niet zaligmakend. Aandacht voor de normen, waarden en behoeften van de patiënt zouden centraal moeten staan in alle onderdelen van de geneeskunde. Maar afstand nemen van EBP staat voor mij gelijk aan het kind met het badwater weggooien. EBP is immers veel meer dan het rigide volgen van richtlijnen. Dit inzicht lijkt de RVS te zijn ontgaan.
David Sackett, een van de grondleggers van evidence based medicine (EBM), beschreef EBM eens als een stoel met drie poten. Daarin ontsluit (1) de arts met adequate vaardigheden, competenties en kennis van zaken (2) het best beschikbare bewijs (3) ten behoeve van de behoeften van de patiënt, rekening houdend met diens normen en waarden. EBM (later geëvolueerd tot EBP) is daarmee in de aard precies wat de RVS voorstaat, namelijk een gewetensvolle manier om met wetenschappelijke kennis te komen tot een behandelplan dat past bij de patiënt en de context waarin de patiënt zich bevindt. De oproep om EBP te verlaten en toe te werken naar context-based practice is daarmee in mijn ogen echt een misser, die geen recht doet aan de gepleegde inspanningen van de RVS en de waardevolle aanbevelingen die het rapport bevat. Bij het goed toepassen van EBP wordt de context immers al zeer nadrukkelijk meegewogen.
Gewetensvol handelen
Ik hoop dat de raad EBP binnenkort weer op waarde weet te schatten en rehabiliteert. Mits toegepast zoals het is bedoeld, is en blijft EBP een prachtige manier om vorm te geven aan gewetensvol medisch handelen. EBP is bovendien een prima basis om zowel “shared decision making” als “value based health care” vorm te geven.
In ons revalidatiecentrum staan zowel artsen, behandelaars, patiënten als zorgverzekeraars vierkant achter het gebruik van EBP. Het is een cyclus die ons steeds opnieuw aanzet tot vernieuwing, verdieping en ontwikkeling. Door het goed toepassen van EBP kunnen wij met recht tegen onze patiënten zeggen dat zij de best mogelijke behandeling krijgen.