De NZa en het Zorginstituut Nederland (ZIN) hebben hierover recent een rapport uitgebracht met de titel “Samenwerken aan passende zorg”. De oplossing is dat iedereen parallel en gezamenlijk stap voor stap continu lerend gaat werken aan het toekomstbestendig maken van ons zorgsysteem door het leveren van passende zorg. Bij passende zorg gaat men uit van principes als; waardegedreven zorg, gezamenlijk met de patiënt besluiten, zorg op de juiste plek en het gaat over gezondheid in plaats van ziekte. Op de vraag hoe we dit kunnen realiseren stellen NZa en ZIN in het rapport zelf vooral weer heel veel vragen aan het ministerie van VWS, de politiek, partijen en in het veld, de ACM en de IGj. Hoe we de klus gaan klaren werd mij daarom nog niet helemaal duidelijk. Hier volgt een (aan)gepast voorstel.
Snel aangepast
De zorgverleners en zorginstellingen in Nederland hebben zich aan het begin van de Coronacrisis in een ongelofelijk korte tijd van enkele weken aan een totaal nieuwe werkelijkheid aangepast. Dit gebeurde door het organiseren en leveren van andere zorg, het snel ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsverbanden en het adopteren van tal van innovaties. Geen enkele zo complexe bedrijfstak had dit kunnen evenaren. Als de zorg in de toekomst op een andere manier geleverd moet worden dan lijkt mij het aanpassingsvermogen van de zorgverleners dus geen enkele belemmering.
Het doel dat iedereen wel wil nastreven is dat de patiënt zorg krijgt die naar beste weten werkt, die alleen gegeven wordt als het voor die ene patiënt waarde heeft en die op de meest doelmatige manier geleverd wordt. Dat laatste is overigens niet per definitie thuis of door de huisarts. Als er al twijfel is of onze zorgverleners wel gepaste zorg leveren dan is de logische eerste stap om aan die zorgverleners te vragen wat ze tot nu toe tegenhield en wat ze nodig hebben om het wel te doen. Ik vermoed dat er zeker niet gevraagd zal worden om meer administratieve en registratieve taken, maar wel om meer tijd voor de patiënt.
Transparant
Als je het zorgsysteem wilt verbeteren dan is het belangrijk dat de prestaties continu transparant zijn. Voor het stimuleren van passende zorg zou de NZa daarom alle relevante informatie over de zorgverlening openbaar kunnen maken. Wat doet iedereen, wat kost het en is het gepaste zorg? Het ZIN kan vervolgens met vertegenwoordigers van zorgverleners actuele landelijke standaarden opstellen over welke zorg waarde toevoegt. In haar rapport van dit jaar “Verzekerd van Zinnige Zorg” spoort de Algemene Rekenkamer het ZIN terecht aan om hier meer verantwoordelijkheid te nemen. Het project Zinnige Zorg heeft namelijk niet zoveel opgeleverd. Waarschijnlijk spreken we daarom nu ook over “passende zorg”.
Als we die passende zorg ook nog doelmatig willen leveren dan komen we aan het grootste taboe van onze gezondheidszorg; het financieringssysteem. De omzichtigheid waarmee ook hierover in “Samenwerken voor passende zorg” gesproken wordt spreekt boekdelen. Geld is zoals genoegzaam bekend één van de drie sterkste prikkels. Dus wegkijken lost niets op. In 2015 is door het CPB een mooi rapport uitgebracht “Zorgkeuzes in Kaart” waarin alle mogelijke interventies in het financieringssysteem worden doorgerekend ten behoeve van toekomstige politieke besluitvorming. Preventie kost geld, net als het invoeren van een publiek stelsel en alle specialisten in loondienst nemen. Het verhogen van het eigen risico levert daarentegen veel geld op. In plaats van het systeem weer te veranderen, met alle gedoe en transitiekosten van dien, kunnen we het beter sterk vereenvoudigen. Als een vast budget Coronaproof is gebleken dan kan dat ons ook door de gewenste “gepaste zorg transitie” loodsen.
Samengevat. Vraag zorgverleners wat er moet verbeteren om gepaste zorg te kunnen leveren. Maak zorgprestaties volledig transparant. Ontwikkel landelijke standaarden over gepaste zorg. Geef zorginstellingen een vast jaarlijks budget met steeds kleine gepaste bijstellingen. En tot slot: schrijf geen rapporten meer, want ze verdwijnen toch in een bureaulade.
Jaap van den Heuvel
Director of the MBA Healthcare | Amsterdam Business School | University of Amsterdam
Robert Kreis
Robert Kreis
Een goed stuk van Jaap ven der Heuvel. Toch enkele kanttekeningen.
Verkiezingstijd is begonnen dus de tijd van profilering van politieke partijen en zorgorganisaties is weer aangebroken. Wegens een armoede aan eigen ideeën heeft VWS aan NZa gevraagd een beleidsstuk te produceren dat zicht biedt op de toekomst van de zorg, lees: kosten besparing. Na een vernietigend oordeel van de Rekenkamer over het traject “Zinnige zorg” is er nu door het NZa het document “Passende zorg” geproduceerd. De inhoud leunt sterk op van bovenaf gedirigeerde “Value Based Health Care (VBH) concepten.
Porter zelf heeft al aangegeven dat VHB “uitkomsten” lastig zijn te kwantificeren en dat het systeem niet tot kostenverlaging leidt. Eerder tot een stortvloed van “gespecialiseerde” zorginstellingen zoals bekkenbodem-, rug-, hoest-, slaap- en andere klinieken. VBH-care kan wel, maar moet van binnenuit – door professionals zelf – plaatsvinden. Vanaf bovenaf leidt alleen maar tot meer bureaucratie. Bovendien welk probleem wordt hiermee opgelost? Nederland heeft in Europa de zuinigste zorginstellingen, maar één van de duurste zorgsystemen. Van de beschikbare arbeidstijd van zorgpersoneel gaat 40% naar administratie. Zoals ik eerder heb aangeven wordt hiermee op jaarbasis rond de 8 miljard verspild.
VBH, regiofinanciering en populatiebekostiging hebben alle het nadeel dat niet goed berekend kan worden waarop je financiert. De enige oplossing is: weer weten wat iets kost. Dus opnieuw ziekenhuiskostprijzen introduceren volgens landelijke richtlijnen en vervolgens belonen als je in je instelling de kostprijzen kunt verlagen (zie mijn artikel in Medisch Contact).