Of het nu de anderhalve meter, het mondkapje of de thuis-quarantaine is: we leven inmiddels al geruime tijd op afstand van elkaar. Afstand is de norm, nabijheid de uitzondering. Vanuit medisch perspectief bezien is dat logisch. Het coronavirus bedreigt onze volksgezondheid en afstand houden heeft veruit het meeste effect op het besmettingsgevaar. Maar op gepaste afstand van elkaar raken we veel meer kwijt dan het risico op besmetting alleen. Als we niet opletten verliezen we elkaar én de toekomst van onze samenleving uit het oog. Tijd om samen moed te tonen en te kijken wat er wel kan.
We gaan een unieke kerst tegemoet. Helaas niet in positieve zin. De aantallen besmettingen, ziekenhuisopnames en IC-opnames blijven onze aandacht vragen. Dat betekent dat steeds opnieuw moeilijke besluiten moeten worden genomen. Op landelijk niveau over het aanscherpen (dan wel versoepelen) van algemeen geldende maatregelen. Op regionaal niveau over aanpassingen van of uitzonderingen op landelijke regels. Op lokaal niveau, in instellingen en organisaties over de interpretatie en de toepassing van de maatregelen. Op persoonlijk niveau over wat de maatregelen voor je betekenen. Zeker nu Nederland zich voor een periode van vijf weken in een harde lockdown bevindt.
Coronamaatregelen in de praktijk
Zo ook een organisatie die hulp biedt aan kwetsbare kinderen en gezinnen. Wij spraken dit najaar met hun bestuurder – en met vele andere bestuurders – over dilemma’s in coronatijd. Ze vertelde dat veel organisaties in de jeugdhulp in het begin van de crisis besloten om met een stoplichtsysteem te werken. Bij ‘groene’ gezinnen werden geen huisbezoeken meer afgelegd: bij hen zou de situatie stabiel genoeg zijn. Gaandeweg rees de twijfel bij haar en haar medewerkers: kun je überhaupt spreken van ‘groene’ gezinnen als jeugdhulp erbij betrokken is? En hoeveel signalen en vragen worden er gemist door niet op huisbezoek te gaan? Inmiddels is de organisatie van het stoplichtsysteem afgestapt en zijn de huisbezoeken voor álle gezinnen weer opgepakt. Ondanks de tweede golf.
Ook een ziekenhuisbestuurder groot regioziekenhuis besloot op aangeven van zijn medewerkers een andere koers te gaan varen. In het begin van de crisissituatie gold een strikt bezoekersverbod op de IC’s. Alleen directe naasten mochten één uur per dag langskomen. Al snel trokken IC-artsen en de verpleegkundigen van de palliatieve zorg bij het bestuur aan de bel. Zij stelden dat het ziekenhuis niet alleen besmettingen moest voorkomen, maar ook een verantwoordelijkheid had om mensen niet geïsoleerd te laten sterven. Er is besloten om speciale palliatieve units in te richten waar mensen ondanks corona in het bijzijn van geliefden waardig konden sterven. Deze nieuwe koers was te verantwoorden, omdat het past bij een van de kernwaarden van het ziekenhuis: ‘‘zorg, recht uit het hart’. Nog altijd zijn deze palliatieve corona units een verademing voor patiënten, hun naasten en de professionals die voor hen zorgen.
Verder kijken dan corona
Veel bestuurders proberen al ruim een half jaar om verder te kijken dan corona. Om het virus niet het enige te laten zijn dat telt. Om in de beslissingen op korte termijn behalve de bescherming van de volksgezondheid ook andere belangrijke waarden en maatschappelijke gevolgen op de langere termijn te betrekken. En dus in de coronamaatregelen ook het perspectief van kinderen die opgroeien in onveilige thuissituaties mee te laten wegen. Of de waarde van waardig sterven. Dat is evenwichtskunst van de bovenste plank.
In het advies (Samen)leven is meer dan overleven (mei 2020) deden wij al de oproep om zo’n breder perspectief juist in tijden van corona koste wat het kost niet uit het oog te verliezen. Op een aantal heeft de aanpak van de coronacrisis zich sindsdien zichtbaar verbreed. Bijvoorbeeld terug te zien in het besluit om de scholen tijdens de tweede golf open te houden. Of in het besluit om niet nogmaals tot een algeheel bezoekverbod in de verpleeghuizen over te gaan. Maar daarmee zijn we er nog niet.
Maatwerk met oog op de toekomst
Het is makkelijk om afwijkende toepassingen van de coronamaatregelen te zien als niet-solidair of onduidelijk. Of om het bijstellen van een eerder gemaakte keuze weg te zetten als draaikonterij. Maar professionals en bestuurders die weloverwogen en op grond van een brede waardenafweging durven afwijken van generieke bepalingen: dat getuigt van grote moed en verdient respect. Wat er namelijk in doorklinkt is het besef dat er meer waarden zijn dan alleen het bestrijden van het virus; dat er groepen zijn die onevenredig worden getroffen door de crisisaanpak. Dat kunnen we later niet meer goedmaken. Dat geldt voor stervenden, maar net zo goed voor jongeren. En: de hulp die nu uitblijft komt later terug in de vorm van een nog grotere hulpvraag. Daar is niemand bij gebaat.
We willen en moeten het dus ook hebben over wat ons wél verbindt, energie geeft, actief maakt. En dan komen naast de wezenlijke opgave om onze volksgezondheid te beschermen duidelijk andere waarden in beeld. Zoals de waarde van sociaal en fysiek contact, de waarde van vrijheid, de waarde van veiligheid, de waarde van bestaanszekerheid of de waarde van duurzaamheid. Net als de waarde van gezondheid zijn dat voorbeelden van waarden waarop onze samenleving drijft. Nu en in de toekomst.
Wat kan wel
Zelfs de komst van een vaccin zal de grote impact van dit crisisjaar op zorg en samenleving niet kunnen wegnemen. Dus voorlopig zullen bestuurders – en al die andere mensen die snel en onder druk besluiten moeten nemen – lastige afwegingen moeten maken. Daarom roepen wij alle mensen die snel en onder druk besluiten moeten nemen – van professional tot premier – op om de beslissingen van nu van een breder toekomstperspectief te voorzien. Dus om meer waarden dan alleen de bescherming van volksgezondheid leidend te laten zijn. We inspireren en helpen hen daar graag bij, onder meer door het delen van hoopvolle, verbindende initiatieven. Zoals het verhaal van jongerenwerker Mourad Ouari, die in Den Haag jongeren van de straat plukte en hen aan het werk zette. Zij brengen nu voedselpakketten en warme maaltijden rond onder het motto ‘niet hangen maar helpen’. Of zoals docenten die vanuit huis online lesgeven vanwege hun kwetsbare gezondheid, maar dan wel regelen dat de studenten samen ‘live’ het college vanuit een collegezaal kunnen volgen.
Het is bijna kerst. Dat is doorgaans een tijd van reflectie. Een tijd van terugkijken en vooruitkijken. Een tijd van elkaar nabij zijn. Laten we de kerstperiode benutten om stil te staan bij de waarden die we als samenleving niet uit het oog willen verliezen. Waarden die ons na aan hart liggen – zelfs als fysieke afstand nog een tijdje de norm blijft. Zodat we met goede moed het nieuwe jaar in gaan en dat we die moed blijven inzetten om (met of zonder vaccin) breder te kijken dan het virus zelf. Oftewel: coronamoed in plaats crisismanagement. In het belang van wat ons als samenleving, nu en in de toekomst, veerkrachtig maakt.
Dit artikel is gebaseerd op het eindejaarsessay Coronamoe(d) van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS), dat op 10 december verscheen. Het essay wil een hoopvol perspectief bieden, juist omdát het virus onze samenleving voorlopig zal blijven beïnvloeden.
Jet Bussemaker, Pieter Hilhorst en Jan Kremer