De uitspraak ‘Zonder de bal te raken kun je ook een goede wedstrijd spelen’, betekent dat een medewerker in de zorg juist door minder te doen, meer kan betekenen voor het welbevinden van de cliënt.
Gisteren kwam het nieuws dat de grootste voetballer aller tijden is overleden. Ik was even van slag als groot Cruijff-adept, maar heb ook genoten van de beelden die gisteren over de diverse media werden verspreid. En natuurlijk ook van zijn uitspraken, logisch. Johan wordt geroemd om zijn inventiviteit en ook vooruitziende blik. In het veld maar ook daarbuiten. Dat zijn uitspraken zo ver reiken als de ontwikkeling in de ouderenzorg had ik eigenlijk nooit gezien, of ik had het gewoon niet door.
‘Zonder de bal te raken kun je ook een goede wedstrijd spelen’, zei Cruijff ooit. Dus juist door minder te doen uiteindelijk meer betekenen voor het welbevinden van de cliënt. Dat lijkt simpel, maar simpel is het moeilijkst. Lucien Engelen zag ik laatst ook spreken over ontwikkelingen in de ouderenzorg en wat technologie daarin kan betekenen. Hij kreeg daar niet alle handen in de zaal voor op elkaar, waar velen aangaven dat technologie ten koste zou gaan van de ‘warmte van de zorg’. Ik proefde met name weerstand bij werkgevers- en werknemersverenigingen. Gaat deze warmte en aandacht voor de cliënt niet verloren door al die nieuwe ontwikkelingen? Mijn vraag is echter wie dit het meeste raakt: de cliënt of de zorgverlener? Misschien zijn cliënten en patiënten wel klaar voor technologische vooruitgang, maar zijn de medewerkers al zo ver?
Naar ‘zorgen dat’
Er zijn in den lande initiatieven waar de knop is omgezet, ook in de langdurige zorg, zoals bij Sensire en Siza. Instellingen waarin het ‘zorgen voor’ overgaat in een ‘zorgen dat’ en de medewerkers beseffen dat zij juist helpend zijn als ze anderen leren om het zelf te doen. Een goede wedstrijd spelen zonder de bal te raken. Dat moet je willen en dat moet je kunnen. Technologie kan hierbij ondersteunen zonder dat het ten koste gaat van warmte, alleen moeten wij daar nog veelal aan wennen.
In deze omslag hebben ook brancheverenigingen, en werknemersverenigingen een belangrijke rol. Ook zij moeten dit omarmen, want hoe snel de ontwikkeling van technologie in de zorg ook gaat, de medewerkers zullen er blijven. Alleen de manier waarop zij hun werk vervullen zal gaan veranderen. In mijn ogen hebben ook zij hier nog een grote stap te zetten in hun benaderingswijze, maar moeten er toch niet alleen zijn voor de werknemers van nu maar ook voor die van morgen.
Daarnaast pleit de verschuiving in het type verzorger voor technologische ondersteuning. De familie en omstanders spelen een grotere rol en moeten de verantwoordelijkheid op zich nemen. Zij hebben die mind shift dat technologie een welkome aanvulling is eerder voor elkaar in mijn ogen. Maar zij zijn dan ook niet diegenen die met passie in de zorg zijn gestapt, en dan is vernieuwing meer dan welkom.
Algemeen directeur bij Kiwa Carity