Berichten dat er meer dementiepatiënten in verpleeghuizen terecht komen, ongeruste ouders van kinderen met een autistische stoornis. Het concept-rapport van het CVZ heeft veel reacties losgemaakt.‘Staat CVZ nu voor College voor Zorgverzekeringen of College tegen Zorgverzekeringen?’, hoorde ik zelfs iemand vragen.
Donkere wolken lijken zich samen te pakken boven de geestelijke gezondheidszorg. En dat in een tijd waarin er juist goed weer voorspeld was. Alle voorwaarden voor een mooie lente zijn er namelijk: de sector heeft een breed gedragen Bestuurlijk Akkoord met elkaar en met de overheid gesloten. Er zijn hele concrete afspraken gemaakt die de basis vormen voor een gezonde en goede geestelijke zorg voor mensen die dat nodig hebben, binnen een redelijk en beheerst financieel kader.
Klassificatie
En dat is nodig, zo bleek uit recente resultaten van NEMESIS II van het Trimbos Instituut. Jaarlijks zijn er namelijk ruim 190.000 mensen die een eerste psychische aandoening ontwikkelen. Prevalentiecijfers die niet anders zijn dan in ons omringende landen en die aangeven dat, als we niet oppassen, er een serieus probleem ontstaat met de mentale weerbaarheid van de Nederlanders. Wat dan weer een desastreus effect kan hebben op bijvoorbeeld onze arbeidsproductiviteit, schooluitval of overlast. Cijfers die ook aangeven dat het onderscheid dat het CVZ probeert te maken tussen klacht en stoornis en tussen psychische en somatische problematiek niet alleen een heilloze en dubieuze weg is, zoals een aantal hoogleraren terecht stelde, maar ook een zeer onverstandige en zelfs gevaarlijke. ‘Waar houdt de klacht op en begint de stoornis, het CVZ denkt het te weten’, schreef Malou van Hintum onlangs zeer terecht in de Volkskrant.
Boekhouderschap versus realisme
Maar er moet in tijden van een economische crisis en met oplopende zorgkosten gekeken worden naar de kosten in de zorg. Dat ziet de sector zelf ook. Mede daarom heeft GGZ Nederland daarover met partners (zorgaanbieders, patiënten, verzekeraars en de overheid) afspraken gemaakt in het Bestuurlijk Akkoord. De volumestijging mag maximaal 2,5 procent zijn op jaarbasis. De instellingen hebben toegezegd dat er 30 procent minder bedden zullen komen en dat zorg in plaats daarvan meer en meer in de eigen omgeving zal plaatsvinden. Er komt een versterking van de eerste lijn en basis ggz, waardoor voor minstens 20 procent van de patiënten geen beroep hoeft te worden gedaan op de specialistische ggz. Bezuinigingsmaatregelen die niet alleen gebaseerd zijn op boekhouderschap, maar ook gebaseerd zijn op realisme, op kostenefficiëntie en op basis van voortschrijdend inzicht in behandelmethodes.
Samenwerking
De ggz ontwikkelt zich naar meer ambulante zorg, dicht bij en samen met patiënten en in samenwerking met relevante andere partijen. Ggz verbindt, zowel landelijk, als regionaal en rondom de patiënt. Die verbinding wordt naar mijn idee het centrale thema voor de komende jaren. En bij alles wat we doen moet zorg voor mensen voorop staan, een zorg die gericht is op herstel van of omgang met de klachten waar mensen mee kampen. Iets dat je volgens mij niet bereikt met het concept-rapport dat het CVZ heeft uitgebracht. Ik heb daarom namens GGZ Nederland dan ook gevraagd om het concept-rapport in te trekken, maar ik merk dat het CVZ dat moeilijk vindt om te doen. Dat begrijp ik ook wel, het is niet leuk om te moeten toegeven dat je de verkeerde richting bent ingeslagen. Misschien helpt het om nog eens terug te kijken op wat het CVZ eerder zelf recent schreef in het rapport ‘Stringent pakketbeheer’ in mei 2012: ‘(…)Wij adviseren het systeem niet te sluiten. Het uitsluiten van hele zorgvormen is te grofmazig en daarom in de praktijk vrijwel nooit mogelijk zonder schadelijke effecten. Het bij elke indicatie vooraf definiëren of de zorg verzekerd is, vinden we niet wenselijk.(…)’
Wenselijke praktijk
Is dit dan waarvan CVZ vindt dat ze daar nu bij het rapport geneeskundige ggz mee bezig is? Het definiëren of iets primair somatisch of psychisch is, is voor de patiënt niet relevant en staat effectieve en efficiënte zorg juist in de weg. Ik hoop dat het CVZ zijn verantwoordelijkheid neemt en tot inkeer komt. Wij bieden aan mee te werken, zoals we ook met minister Schippers hebben meegedacht om in financieel lastige tijden tot een goed, breed gedragen bestuurlijk akkoord voor de toekomst van de ggz te komen. We nodigen het CVZ en hun adviescommissie graag uit om bij ons te komen kijken naar wat wij doen, wij hebben niets te verbergen en zijn trots op ons werk. Wie weet wordt het dan toch nog een mooi jaar.
Paul van Rooij
Directeur GGZ Nederland