E-health lijkt in Nederland steeds meer een uitgestelde belofte. We slaan elkaar tijdens congressen euforisch op de schouder over de grenzeloze mogelijkheden van nieuwe technologische hoogstandjes in de zorg, maar in de praktijk zien we ze nauwelijks terug. De droom is er, maar de adoptie van e-health gaat te langzaam. Er wordt nauwelijks voortgang geboekt, het blijft steken in enthousiaste pilots en goede bedoelingen.
Mis-match
Het gebruik van bijvoorbeeld video-consults door medisch specialisten is in de afgelopen drie jaar nauwelijks gestegen, terwijl de vraag er volgens de laatste e-health-monitor wel is. 61 procent van de patiënten zegt voor het gebruik van video-consults te zijn, terwijl niet meer dan 4 procent van de specialisten deze mogelijkheid aanbiedt. Dan is er dus sprake van een behoorlijke mis-match tussen vraag en aanbod.
Oké, we kunnen in toenemende mate online een afspraak met de zorgverlener maken en daarvoor zelfs een sms-herinnering ontvangen. En de Thuisarts-app van het NHG is bij wijze van uitzondering ook een behoorlijk succes, maar verwachte doorbraken op het gebied van slimme thuismeetapparatuur blijven uit. Meerdere bedrijven die opereren op de e-health-markt gingen failliet, andere leveranciers trokken zelf de stekker uit hun e-health-projecten.
Bekostigingsmodellen
Ik maak me grote zorgen over de ontwikkeling van de e-health-markt in Nederland. Innovatie is geen luxe, maar noodzaak. Bijvoorbeeld omdat we volgens het Centraal Planbureau een groeiend en alarmerend tekort aan zorgverleners hebben. We moeten ons geen zand in de ogen laten strooien als het buitenland ons complimenteert met onze voorhoedepositie ten aanzien van toepassingen op het gebied van e-health. Ze bedoelen dat we met ons elektronisch patiënten- of cliëntendossier aan kop gaan, maar dat is iets anders.
Misschien moeten we realistisch zijn en concluderen dat de disruptieve invloed van nieuwe technologie en de snelheid van adoptie zoals die in de retail, media en auto-industrie gestalte heeft gekregen in de zorgsector niet werkt. Het feit dat je in de zorg nooit rechtstreeks hoeft te betalen voor een behandeling helpt evenmin. Ook remmende bekostigingsmodellen, inclusief volumeplafonds helpen niet echt. Voor de gevestigde partijen op de Nederlandse zorgmarkt inclusief zorgverzekeraars zijn er eenvoudigweg onvoldoende financiële incentives om van e-health een doorslaand succes te maken. De belangen zijn blijkbaar of niet groot genoeg of nog te verschillend.
Buitenspel
Het is echt een gemiste kans dat de juiste prikkels voor een doorbraak van e-health grotendeels ontbreken. In het verleden werd innovatie in de zorg met tientallen miljoenen gesubsidieerd, maar toen men constateerde dat dit niet werkte droogden de subsidiestromen snel op. Inmiddels is er een geldstroom voor digitalisering specifiek voor algemene ziekenhuizen op gang gekomen (VIPP-programma). Dat is weliswaar een juist en hoopvol initiatief, maar het is niet genoeg. Zowel de care als de huisartsenzorg staan in dit verband ten onrechte buitenspel.
Het is echt de hoogste tijd dat de innovatie condities verbeterd worden waardoor grootschalige toepassingen van nieuwe zorgconcepten, ondersteund door technologie daadwerkelijk van de grond komen. De juiste financiële prikkels zijn daarbij een randvoorwaarde. Alle partijen in de zorg hebben hun eigen verantwoordelijkheid, maar vooral de overheid en de zorgverzekeraars zijn nu aan zet om dit te gaan tackelen.
De droom is er, de noodzaak is helder, we zijn ambitieus en hebben talent genoeg. Mag het alleen iets sneller?
Senior Manager Digitale Transformatie Health Care, EY