Een zuchtje of een bries van hoop en verlichting. Misschien herkent u het. Toen een paar weken geleden de eerste vaccinaties werden gezet, leek de finish in zicht. Nog even en COVID-19 zou geschiedenis zijn. Een Britse en Afrikaanse variant, discussie over wie en wat en in welk tempo, en een avondklok maakten er korte metten mee. Weg euforie.
Volgens het boekje
De SARS-CoV-2 pandemie verloopt volgens de klassieke regels van de psychologie van rampen. Volledig volgens het boekje wisselen de fasen zich af. In de eerste weken van 2020 ontwikkelde nieuws uit China zich tot dreiging. Leken we de eerste gevallen, in goed Nederlands, nog te kunnen ‘containen’, na de carnaval en skivakanties greep corona om zich heen. De fase van dreiging ging over in de fase van impact met heroïsche kenmerken en grote emotionele pieken. Ook wij deden mee. Klappen voor de zorg, elke dag nieuwe grappen en grollen via whatsapp, en natuurlijk ‘noaberschap’. Het gevoel van ‘samen sterk tegen corona’. Niet voor niets wordt dit ook wel de ‘honeymoon’ genoemd. De wittebroodsweken van een virus dat ons snel zou leiden tot de fase waaruit we liever wegblijven en nu al maanden in zitten. Die van desillusie.
De fase waarin we rouwen om overledenen, ons afvragen ‘of dat vaccineren niet wat sneller kan’ en of het virus ooit nog verdwijnt. De fase waarin mensen en bedrijven het zwaar hebben, zowel financieel, mentaal als fysiek. Door eenzaamheid, stress en depressie en omdat we ongezonder leven. Rokers roken meer, het aantal mensen met overgewicht stijgt, mensen bewegen en sporten minder en de ziektelast neemt toe door uitstel van medische zorg. Ongeacht beroep, overtuiging of sociale klasse, het is voor veel mensen een tamelijk uitzichtloze situatie. Maar het gaat over. Net als ooit de pest, cholera en de Spaanse griep verdwenen.
Misschien dit voorjaar, komend najaar of ergens volgend jaar? Wie het weet mag het zeggen, maar op enig moment maakt desillusie plaats voor reconstructie. Dan gaan we repareren, ons afvragen of het zorgstelsel anders moet en evalueren. Zet de parlementaire enquête maar vast klaar. Dan komt er ruimte voor herstel en bereiden we ons voor op iets soortgelijks. En langzaamaan zullen we vergeten.
Mentale weerbaarheid
Zo helder als deze fasen, is ook de bijbehorende medische, diagnostische en psychologische inzet. In de impactfase en desillusie-fase is het medische zorg en testen troef. Huisartsen, ziekenhuis-, IC- en laboratoriumpersoneel zijn druk of ronduit overbelast. De vraag naar PCR- en serologietesten is onverminderd groot. Hier gaat terecht veel aandacht en inzet naar uit, maar er is meer.
In de desillusie-fase komt het aan op veerkracht en mentale weerbaarheid. In deze periode neemt de vraag naar psychologische ondersteuning en hulp toe. Daarnaast lukt het een toenemend aantal mensen niet op eigen kracht te herstellen van corona. Ze blijven moe, kortademig of anderszins klachten houden. Ook zij hebben hulp nodig. Zowel de behoefte aan psychologische zorg als nazorg zullen zich uitstrekken tot ver in de reconstructiefase. En hierdoorheen spelen lichamelijke weerstand en onderliggend lijden. Omdat die een rol spelen bij de kans dat we ziek worden en mede het beloop bepalen als we het virus onder de leden hebben of hebben gehad.
Leefstijl
Vorig jaar sprak Mark Rutte over ‘met 50 procent van de kennis 100 procent van de besluiten nemen’. Er is inderdaad nog steeds veel wat we niet weten. Maar de dynamiek van rampen is helder en op basis hiervan weten we wat de medische, diagnostische en psychologische noden van morgen zijn. Naast de nodige medische zorg en COVID-diagnostiek moeten we daarom nu inzetten op mentale gezondheid, post-corona zorg en leefstijl. Deze ondersteuning en zorg kan, COVID-proof en in veel gevallen ook bewezen effectief, digitaal worden aangeboden. Zowel preventief als curatief. In de psychologie van rampen heet voorbereiding ‘disaster preparedness’. En het is allesbehalve hogere wiskunde. Het is gewoon doen wat we moeten doen en anticiperen op dat waarvan we zeker weten dat het komt. Er is digitaal werk aan de winkel.
Maaike de Vries, Springh en toezichthouder in de zorg
Esther Talboom-Kamp, Chief Innovation Officer Unilabs en interim CEO Unilabs Nederland