Eind januari stond nog meer dan anders e-health volop in mijn agenda. De e-health-week is inmiddels afgesloten en ik blik graag terug. Ik woonde inspirerende bijeenkomsten bij en werd wéér wat wijzer over wat wel en niet kan, werkt of lukt en waar nog werk te verzetten is.
En ik werd ook even met de beide benen op de grond gezet. Kritische geluiden zetten me aan het denken en ik ga ze gebruiken om me scherp te houden.
Het doel van de e-health-week is om Nederland een week te laten bruisen van e-health. Om zoveel mogelijk burgers, patiënten en zorgverleners te laten weten wat er bij hun in de buurt mogelijk is. De week is ook bedoeld om de successen te vieren. Om collega’s te laten weten wat er voor jouw organisatie werkt en hoe je dat voor elkaar krijgt.
Maar het waren niet alleen succesverhalen. Het eerlijke verhaal is ook dat veel patiënten nog niet de mogelijkheden hebben die zo eenvoudig lijken. Denk aan beveiligd mailen, beeldbellen of een geïntegreerd overzicht van de medische gegevens van verschillende zorgverleners. Oproepen klonken er daarom ook. Nieuwe verbindingen werden gelegd. De ervaringsverhalen van patiënten en burgers waren volop aanwezig. Zoveel meer dan dat dat vorig jaar het geval was. Ik heb geen bijeenkomst bijgewoond die niet ‘patients included’ was. Vooral op het podium, in sommige gevallen op afstand of via film, maar dat is juist in de e-health-week ook heel passend.
Kritische geluiden
Het was echter niet alleen maar een warm bad. Een paar keer ontving ik via Twitter negatieve reacties over tegen elkaar aanschurkende (beleids)medewerkers met roze sokken die ver van de dagelijkse zorgpraktijk “halleluja” roepen en er een feestje van maken. En ik snap dat. Bij het verlenen van zorg en daarbij een steeds toenemende werkdruk ben je blij dat je zelf nog overeind blijft staan.
Een enthousiaste stroom aan tweets kan dan onwerkelijk aanvoelen. Alsof er een feestje is waar jij niet bij bent. Alsof jij degene bent die het ‘echte’ werk doet. Alsof er iets gevierd wordt dat niet bestaat. Ik durf echter te stellen dat er ook een andere manier is om naar ‘het feestje’ te kijken. Het feest dat af en toe gevierd wordt, is een slechte afspiegeling van de inspanning die hieraan ten grondslag ligt. Inspanning die jaar in jaar uit geleverd wordt. Niet alleen door beleidsmedewerkers, maar juist ook door zorgverleners, leveranciers, projectleiders en niet te vergeten patiënten en burgers.
De e-health-week kun je vergelijken met het vieren van carnaval… als je niet vol meedoet, is het niet aantrekkelijk. Pas als je je mengt in het feestgedruis kán je merken dat het nog niet zo gek is. Dat het voelt als een warm bad van gelijkgestemden. En er zijn ook mensen, die carnaval nooit leuk zullen vinden.
Scherphouden
Ik denk dat er volgend jaar weer een e-health-week georganiseerd wordt en daar ben ik blij om. Tot die tijd ga ik (ook) weer hard werken. Werken aan projecten, kennisdeling, opschaling en bijdragen aan daadwerkelijk gebruik.
Maar ik wil ook in gesprek met critici. Enerzijds in de overtuiging dat zij met het juiste verhaal óók kunnen voelen waarom het gebruik van e-health belangrijk is, anderzijds omdat het me scherp houdt en me andere gezichtspunten biedt. Ik ben namelijk pas tevreden als iedereen passende e-health kan gebruiken. En dat geldt voor zorgverleners en patiënten.
Marinka de Jong
Sr. adviseur Patiëntparticipatie en eHealth bij Nictiz