Een berichtje in de Leeuwarder Courant: zorgverzekeraar De Friesland heft de Vrije Keus Polis op om het aanbod van polissen overzichtelijker te maken. Minder polissen, een goed idee. Bijzonder is dat het meest complete product wordt afgeschaft.
Er valt nu voor verzekerden niets meer te kiezen. De Vrije Keus Polis vergoedt ook de behandelingen door niet-gecontracteerde zorgverleners. En daar gaat het natuurlijk echt over.
Perfect verpakte boodschap
De Friesland heeft een uitstekende PR-afdeling of -bureau die deze boodschap perfect heeft verpakt. Natuurlijk vindt iedereen het een goed idee om het assortiment aan polissen overzichtelijker te maken, dat zouden meer zorgverzekeraars moeten doen. De uitwerking is minder, want je doet je meest complete en patiënt/cliëntvriendelijke product de deur uit. Geen vrije zorgkeuze meer, er is nu keuze tussen twee min of meer vergelijkbare naturapolissen. Dat is overzichtelijk. Eén zou nog beter zijn.
In het bericht profileert De Friesland zich ook als een regionaal bedrijf dat in de regio uitstekende afspraken heeft met zorgaanbieders. Wij, een jonge, kleine zorginstelling in de BasisGGZ, hebben (nog) geen cliënten in Friesland. Wel komen we in de Randstad regelmatig cliënten van De Friesland tegen. Die schrikken nogal eens van de lage vergoeding, 62 procent van het NZa-tarief. Deze vergoeding voor de niet-gecontracteerde zorg is bij De Friesland gemiddeld gezien een van de laagste. Het hinderpaalcriterium (artikel 13 van de Zorgwet), dat hoort te voorkomen dat zorgverzekeraars het alleenrecht hebben om te bepalen waar de verzekerde behandeld moet worden, werkt hier dus niet.
Niet-gecontracteerde zorg
Het gaat De Friesland, net als alle collega zorgverzekeraars, om het terugdringen van de niet-gecontracteerde zorg. Voor een sector als de ggz is dat vreemd, de enige reden die ik daarvoor kan bedenken is het verkrijgen van absolute controle. Allereerst: het aandeel van de niet-gecontracteerde zorg is in de ggz zo rond de 7 procent, 8 procent. Dan zou je toch denken dat je je beter druk kan maken over het nog beter organiseren van die andere 92 procent.
Daarnaast wordt altijd gesteld dat niet-gecontracteerde zorg veel te duur is en er geen zicht is op kwaliteit. Als zorginstelling, of je nu wel of geen contracten hebt, moet je toch echt netjes aan de NZa-tarieven, programma’s, certificaten, statuten en allerlei regels voldoen. Terecht. Een behoorlijk deel van de cliënten (het grootste deel heeft een naturapolis) betaalt zelf een deel bij voor het traject. Anders gezegd: de zorgverzekeraar vergoedt dus minder en is goedkoper uit. Het meten van kwaliteit? Daarover is, of het nu gaat om gecontracteerd of niet, al jaren een discussie gaande die nog nauwelijks te volgen is.
Innovatie in de zorg
Nog veel belangrijker is dat uit die relatief kleine groep van vrij gevestigden en kleine instellingen de inspiratie komt voor innovatie en verandering in de zorg. De grote vier (zorgverzekeraars) en vijf (GGZ-instellingen) houden strak vast aan de status quo. De kleine groep ‘niet-gecontracteerd’ zoekt gemiddeld meer naar andere wegen om zoveel mogelijk mensen verder te helpen, weg van de altijd zo onaanvaardbare wachtlijsten en regeldruk. Dat maakt de PR-aanpak van De Friesland nu ook wel weer een heel sympathieke.
Dankzij de focus op de overzichtelijkheid van het polis aanbod en focus op de eigen regio worden de niet-gecontracteerde zorgaanbieders deze keer eens niet ‘geframed’ als zorgcowboys, profiteurs (die ZZP’ers!) of zorgverleners die geen kwaliteit willen of kunnen bieden. Wel dan weer jammer dat zo’n bericht uit de Leeuwarder Courant niet landelijk wordt opgepakt, want er zouden toch wat alarmbellen moeten afgaan.