Als onderdeel van Waardigheid en trots zijn een aantal organisaties aan de slag gegaan met een pilottraject rondom het thema ‘Samenwerken in de driehoek’. Vanuit de pilot hebben we gemerkt hoe verschillend familie en verzorgenden naar een bewoner kunnen kijken.
marDe verzorgenden willen vooral de mening van de bewoners respecteren. De familie vindt dat hun naasten meer geactiveerd en geprikkeld mogen worden. Uiteraard worden dit soort zaken besproken bij formele overlegmomenten zoals het MDO, maar dat het familie en verzorging niet goed lukt om juist informeel hierover met elkaar in gesprek te komen.
De kern van de pilot is dat verzorgenden, familie en netwerk zich verplaatsen in elkaars positie en in die van de bewoner. Om dit te bereiken hebben we werkvormen toegepast waarbij alle deelnemers in de driehoek letterlijk in elkaars positie zijn gaan staan: bewoner, familie en medewerker. Via deze werkwijze ervaren de deelnemers hoe betrokkenen naar een situatie kijken. Daardoor krijgt men zicht op elkaars standpunten en verwachtingen ten aanzien van de situatie en de samenwerking en of de driehoek in balans.
Driehoek in balans
Met een gelijkzijdige driehoek wordt een ideale situatie aangegeven, waarin alle hoeken een volwaardige inbreng hebben en de driehoek in balans is. Uiteraard is de realiteit meestal anders. De driehoek bewoner, familie en verzorgende is meestal niet gelijkzijdig. Bij de start van de driehoek is de medewerker veelal de buitenstaander, nieuw in het systeem. Medewerkers komen een driehoek binnen, waarin twee hoeken al een heel leven samen hebben gedeeld. De medewerkers hebben de tijd nodig om in te voegen. Idealiter wordt het aandeel van de medewerker in de loop van de tijd belangrijker. Door een solide samenwerking tussen familie en verzorgenden, wordt de bewoner gedragen door de professionaliteit van de zorg en de loyaliteit van de familie.
Elkaar ontmoeten
In de pilot werd helder hoe familie en medewerkers, ieder vanuit hun eigen perspectief, naar de oudere kijken. Waar de familie vooral bezig is met het verlies van hun naaste, is de medewerker bezig met het leren kennen van de oudere. Waar de familie de oudere moet gaan toevertrouwen aan de zorg, is de medewerker bezig met de zorg aan een groot aantal ouderen tegelijk. Het is opvallend hoe graag beiden willen samenwerken maar elkaar ook sparen uit vrees de ander te belasten. Als de gelegenheid is gecreëerd om elkaar te ontmoeten en samen na te denken over de zorg, gaat dat eigenlijk heel makkelijk en levert dat veel op.
Marc Bouwmeester
Zelfstandig organisatiecoach