In Nederland is het sterftecijfer van baby’s tijdens of vlak na de geboorte relatief hoog ten opzichte van andere Europese landen. In 2017 startte het ministerie van VWS met het experiment ‘integrale bekostiging geboortezorg’ met als doel de kwaliteit van de geboortezorg te verbeteren. Advies van de Nederlandse Zorgautoriteit was om integrale bekostiging per 2022 op te nemen als reguliere bekostiging.
Lopend experiment
In februari is echter een motie aangenomen van Kamerleden van Gerven (SP) en Bergkamp (D66) waarin zij ervoor pleiten om de bekostiging integrale geboortezorg niet op te nemen in de reguliere bekostiging, maar het lopende experiment met één jaar te verlengen. De Kamer heeft hiermee tegen het advies van demissionair minister van Ark gestemd die de motie aan de Kamer had ontraden.
Wat heeft de leden van de Tweede Kamer ertoe bewogen om de motie aan te nemen en wat is ervoor nodig om de integrale bekostiging volgend jaar wél op te nemen als reguliere bekostiging?
Wellicht heeft de lobby van de KNOV de Kamer over de schreef getrokken. Zij vreest dat de invoering van de integrale bekostiging het einde zal betekenen van het goed functionerende huidige systeem en de keuzevrijheid van de patiënt.
Tegelijk pleit de NVOG wél voor invoering van de integrale bekostiging en laat in een artikel in Medisch Contact (2 maart) weten ‘niet blij te zijn met uitstel integrale bekostiging geboortezorg’. De veldpartijen hebben duidelijk verschillende standpunten over integrale bekostiging en proberen de Tweede Kamer te overtuigen van hun ‘gelijk’.
Belangen grotendeel gelijk
Deze tegengestelde standpunten zijn opvallend, want de belangen zijn toch grotendeels gelijk. De KNOV is niet zozeer tégen integrale bekostiging en de NVOG is niet vóór integrale bekostiging. Het gaat om een verschil van inzicht wat het effect is van integrale bekostiging op zorginhoudelijke en organisatorische aspecten.
Op welke gronden beslissen onze volksvertegenwoordigers over de toekomstige bekostiging van de geboortezorg? Wat hebben zij nodig om een knoop door te hakken? Moeten we net zolang doorgaan met integrale bekostiging binnen een experimentele setting tot elke twijfel over de meerwaarde hiervan wetenschappelijk is verworpen of bevestigd? Of zal de discussie leiden tot een poldermodel, waarin alle bezwaren worden meegenomen? Helaas brengt dit ook het risico met zich mee dat dit toekomstige model ‘vlees noch vis’ wordt. En als één ding zeker is, is het wel dat een bekostigingsmodel dat niet volledig en eenduidig wordt doorgevoerd, nooit tot volledige wasdom kan komen. Dat geldt zonder meer voor integrale bekostiging.
Het juiste domein
Uit verschillende studies komt naar voren dat integrale bekostiging alléén kwaliteitsverhogend én kosteneffectief kan zijn als dit volledig wordt ingevoerd binnen de juiste domeinen[i],[ii]. Dat is nu nog niet het geval. De regio’s die participeren in het experiment integrale bekostiging roemen weliswaar de verbeterde samenwerking, maar lopen nog steeds tegen financiële drempels aan vanwege de instandhouding van het monodisciplinaire verdeelmodel bínnen de integrale geboortezorg organisatie (IGO). En het loslaten van dit monodisciplinaire verdeelmodel gaat veel van de partijen van de IGO te ver zolang er nog sprake is van een experiment en geen eenduidigheid gegeven wordt over de toekomstbestendigheid hiervan.
De Nederlandse polder geeft aan vele gewassen een vruchtbare bodem. Voor een gedegen bekostigingsvorm functioneert de polder echter als drijfzand: een bekostigingsvorm die niet eenduidig wordt vormgegeven, maar half wordt geïntroduceerd en vervolgens aan het lot wordt overgelaten zal nooit de volledige potentie van kwaliteitsverbetering en kostenbeperking benutten. De lobbyisten introduceren hiermee mogelijk een ‘selffulfilling prophecy’.
Laten we als veldpartijen stoppen met het innemen van standpunten vóór of tégen integrale bekostiging. Daarmee graven we alleen maar onze eigen valkuil.
Krachten bundelen
Laten we onze krachten bundelen en gezamenlijk benoemen wat we wel en wat we niet willen. Laten we de minister adviseren vanuit zorginhoudelijk oogpunt en niet vanuit politiek oogpunt. Want we zijn het waarschijnlijk over de meeste dingen volstrekt eens:
We zijn vóór regie van de patiënt
We zijn vóór waardegedreven zorg
We zijn vóór behoud van de thuisbevalling
We zijn vóór behoud van autonomie en zelfstandigheid van de eerstelijns verloskundige
We zijn vóór vermindering van neonatale sterfte en neonatale morbiditeit
We zijn vóór een gezamenlijk verloskundig dossier
We zijn vóór het geven van de juiste zorg op de juiste plek
We zijn tégen verhoging van de administratieve last
We zijn tégen verlies van keuzevrijheid van de patiënt
We zijn tégen inkomensonzekerheid
Bied deze randvoorwaarden gezamenlijk aan de minister aan. Laat de minister en de NZa beoordelen welke bekostigingsvorm hier het beste bij past én geef de minister de verantwoordelijkheid om deze bekostiging zodanig in te richten en te faciliteren dat aan alle gezamenlijk opgestelde randvoorwaarden wordt voldaan. Zonder te polderen, zonder concessies te doen. De KNOV en de NVOG hoeven dan niet als de kool en de geit in de boot van de minister plaats te nemen, maar kunnen samen met de kraamzorg en de patiëntenvereniging de rivier temmen en de energie steken in het verder vormgeven van integrale zorg, onafhankelijk van de toekomstige bekostiging. Want ook daar zijn we allemaal vóór en alleen dán bereiken we sámen de overkant van de rivier.
Jeroen Becker
Gynaecoloog bij St. Antonius Ziekenhuis
[i] Apostolos Tsiachristas e.a., ‘Changes in Costs and Effects after the Implementation of Disease Management Programs in the Netherlands: Variability and Determinants’, Cost Effectiveness and Resource Allocation: C/E 12 (2014): 17, https://doi.org/10.1186/1478-7547-12-17.
[ii] Becker JH, ‘Integrale bekostiging van de geboortezorg in Nederland: strategische keuzes voor succesvolle implementatie’ (Scriptie MBA Healthcare Management, Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 2021), https://scripties.uba.uva.nl/.
Jaap van den Heuvel
Mooi pleidooi Jeroen. Naast het lijstje met zaken waar jullie het over eens zijn misschien maar eens uitgebreid koffie of thee drinken met de KNOV en vragen waar nu echt de schoen wringt. Dit project verdient het.