Er is veel aandacht voor de technische kant van het digitaal patiëntdossier. Hoe zorgen we dat het sociale doel centraal blijft staan? En dat alle mensen vaardig genoeg worden om ermee te kunnen en willen werken?
Een digitaal dossier met alle informatie over je gezondheid, welzijn en zorg. Je eigen gezondheidsdossier, op een begrijpelijke en overzichtelijke wijze bij elkaar gebracht. Waarvan jij de eigenaar bent, waarover jij kunt beschikken en waaruit jij informatie kunt delen met wie je maar wil. Het digitale gezondheidsdossier kan een gamechanger in de zorg zijn. Het kan zorgen voor een andere verhouding tussen de patiënt en de dokter. Immers, kennis is macht, gedeelde kennis kan tot betere uitkomsten leiden. En hopelijk tot meer gelijkwaardige gesprekken in de spreekkamer.
Juist daarom verdient de menselijke kant achter het andere dossier meer aandacht. Er wordt in het veld hard gewerkt aan het technisch ontwikkelen van digitale gezondheidsdossiers (via PGO/MedMij standaarden/ VIPP). Echter, het dossier of het digitaliseren daarvan, is geen doel op zich, maar een middel om informatie te bundelen, tussen dokter en patiënt te delen en te verrijken ten gunste van kwaltiet en veiligheid.
De succeskansen voor een digitaal dossier worden groter:
1. als iedereen bereid is er samen voor en met de patiënt mee te werken;
2. als het delen van informatie leidt tot een ander gesprek, een gelijkwaardige dialoog over de gewenste kwaliteit van leven;
3. als er vertrouwen bestaat in het dossier én in de bescherming van persoonsgegevens
4. als de gebruikers (en anderen) de digitale vaardigheden hebben om ermee te werken.
Dokter
Tot op heden staan, zo valt in verschillende publicaties te lezen, nog niet alle medisch specialisten te springen om te werken met een dergelijk dossier. Dat is te begrijpen; het kost tijd en energie om anders te werken. En het is spannend om alle informatie opeens te moeten delen met patiënten. Het delen draagt bij aan emancipatie van de patiënt, maar maakt een dokter ook kwetsbaarder. Het vraagt ook andere kennis en vaardigheden om informatie begrijpelijk te delen (van technisch naar patiëntgericht schrijven) en om een ander gesprek te voeren in de spreekkamer.
Een beautiful question is dan ook: hoe krijgen we de dokter mee? Wat heeft de dokter nodig, naast de technische kennis? En hoe zorgen we ervoor dat de dokter daarover beschikt op het moment dat de technische standaarden gaan gelden?
Gevolgen overzien
Er zijn meer vragen. Werken met een digitaal persoonlijk gezondheidsdossier vergt van alle actoren digitale vaardigheden. Anders kunnen zij er niet veilig en effectief mee werken. Het is niet alleen nodig dat mensen veilig kunnen inloggen en de online omgeving begrijpen (al is dat al heel wat…). Mensen moeten ook de online omgeving begrijpen en de gevolgen overzien van het digitaal bewerken van een dossier.
Ook hier kunnen we een beautiful question stellen: hoe worden actoren ondersteund zodat zij veilig en effectief meerwaarde behalen uit het werken met zo’n dossier?
Het zou mooi zijn als er, naast en vooral in samenhang met het technisch proces naar het digitale dossier, een sociaal programma loopt, gericht op de mensen achter het dossier. Daarbij past ook een voortdurende effectmeting naar de menselijke kant: leidt het digitaal delen van zorginformatie ook tot ander gedrag, de gelijkwaardige dialoog over gewenste kwaliteit van leven?