De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en Verenso pleiten voor een toekomst waarin 24/7-zorg voornamelijk beschikbaar is in geclusterde woonvormen. Als hun voorstel inhoudt dat ouderen met een Wet langdurige zorg (Wlz)-indicatie in principe hun eigen omgeving kunnen behouden en zorg via de Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kunnen krijgen, dan zou dat een positieve ontwikkeling kunnen zijn. Maar als het pleidooi erop neerkomt dat intensieve zorg alleen in een instelling kan worden geboden, is dat een zorgelijke gedachte.
Wat ouderen werkelijk willen
Ouderen willen vaak maar één ding: zo lang mogelijk zelfstandig blijven in hun vertrouwde omgeving Dit blijkt uit talloze onderzoeken en de verhalen die ik als programmamanager dagelijks hoor. Ze vragen niet om verhuisplannen, maar om ondersteuning om hun leven voort te zetten zoals ze dat kennen. Ze willen van waarde blijven en erbij horen in hun buurt, ook als ze een Wlz-indicatie krijgen. Hun zorgvraag is niet alleen medisch van aard, maar gaat juist ook om aandacht, nabijheid, en gemeenschapszin. Daar lijken de suggesties van LHV en Verenso soms aan voorbij te gaan.
De mythe van 24/7-zorg
De suggestie dat 24/7-zorg beter in een geclusterde setting georganiseerd kan worden, kan vanuit medisch en bedrijfskundige perspectief begrijpelijk zijn. Zorgprofessionals ervaren intensieve zorg thuis soms als minder efficiënt. In situaties waarin iemand bijvoorbeeld alleen woont in een afgelegen gebied, is de vraag terecht: hoe haalbaar is het om die zorg ter plekke te organiseren? Het vraagt om een eerlijk gesprek: “U kunt hier blijven wonen, maar dat vraagt ook iets van uzelf, uw netwerk, en de buurt.”
Toch moet erkend worden dat 24/7-zorg in de ouderenzorg zelden letterlijk betekent dat er altijd zorgpersoneel beschikbaar is, zelfs niet in instellingen. Veelal wordt er gewerkt met oproepdiensten en nachtdiensten waarbij één zorgverlener verantwoordelijk is voor meerdere cliënten. Dit maakt duidelijk dat het idee van constante nabijheid niet vanzelfsprekend is, ook niet in een geclusterde vorm noch een zorginstelling. In zowel de Zvw als de Wlz hebben zorgaanbieders al laten zien dat, in samenwerking met de community, met inzet slimme technologie en de wijkteams, veel zorgvragen thuis kunnen worden opgevangen.
Voorbeelden van wat wel werkt
In Brabant laat zorgcoöperatie Hoogeloon zien hoe het anders kan. In dit dorp hebben inwoners een coöperatie opgericht om zorg te leveren aan ouderen in hun buurt. Met de hulp van vrijwilligers bieden ze ondersteuning bij dagelijkse taken, zoals boodschappen en vervoer. Zo kan een oudere blijven wonen in zijn eigen huis, terwijl de gemeenschap de nodige zorg levert. Een ander voorbeeld is Austerlitz Zorgt, waar een coöperatie de zorg lokaal organiseert. Hier staan dorpsondersteuners en vrijwilligers klaar om ouderen te helpen bij alles, van maaltijden tot begeleiding bij medische afspraken.
Dit model biedt niet alleen zorg, maar vooral een gevoel van veiligheid en verbondenheid. Dit model biedt niet alleen zorg, maar vooral een gevoel van veiligheid en verbondenheid. Deze voorbeelden tonen aan dat intensieve zorg in de eigen leefomgeving wél mogelijk is, zelfs met een Wlz-indicatie. Het voorstel van LHV en Verenso zou dergelijke oplossingen niet in de weg moeten staan.
Een andere kijk op zorgverlening
De zorgen van LHV en Verenso over de efficiëntie van zorgverlening thuis zijn te begrijpen. Toch mag efficiëntie niet het enige uitgangspunt zijn. Zorgverlening rondom de leefwereld van ouderen leidt vaak juist tot meer tevredenheid en welzijn. Het vraagt om maatwerk, community, het werken vanuit een reablement gedachtegoed, technologie, en de bereidheid om samen met de omgeving oplossingen te vinden. Ja, er zullen situaties zijn waarin de balans lastig is, maar die complexiteit zouden we moeten omarmen, niet ontwijken.
Paradigmashift en denken in mogelijkheden
Laten we samen verkennen hoe zorg op maat in de eigen leefomgeving beter kan worden georganiseerd. Ik nodig LHV en Verenso uit om in gesprek te gaan over hoe we intensieve zorg, ongeacht financieringsvorm, goed kunnen inrichten, zonder dat de behoeften van ouderen op de achtergrond raken.
De discussie over ouderenzorg zou niet moeten gaan over waar de zorg plaatsvindt, maar over hoe we ervoor kunnen zorgen dat ouderen zelf meester blijven over hun leven. Zij vragen niet altijd om clustering, maar om de kans om hun leven te leiden zoals zij dat willen. Als we echt een toekomst willen waarin ouderen centraal staan, dan moeten we hun verhalen centraal stellen. Het is tijd voor een beweging waarin zorg niet gaat over structuren en systemen, maar over mensen. Een samenleving waarin zorgen voor en met elkaar de norm is. Dat is waar de discussie over ouderenzorg over zou moeten gaan.
Door Najla van Veen – Mirzakhyl, programmaleider beweging ‘Van Zorg naar Gewoon Leven’
Nicole Vooijs-Ouwersloot
Ik ga graag mee als we in gesprek gaat met LHV en Verenso. Ik ben benieuwd welke aannames er zijn