De ziekenhuiszorg ligt op de pijnbank bij de media. Bestuurders en medisch specialisten worden scherp beoordeeld en dan bestuurders nog iets scherper dan de medisch specialisten.
Samen zijn ze verantwoordelijk voor goede zorg, in een mooie balans. Een verstoorde balans blijkt pas als er fouten worden gemaakt en de media daar aandacht aan besteden. Er wordt dan hard geroepen om transparantie, want dan is ondermaatse zorg immers zichtbaar en herkenbaar.
Transparantie over resultaten geeft patiënten inzicht, waardoor ze gericht kunnen kiezen. Prima! Eerlijkheid en openheid door zorgverleners over fouten en calamiteiten: ook prima.
Twijfel
De twijfel begint bij mij bij de media die bestuurders en zorgverleners veroordelen. Natuurlijk hebben ze gelijk dat misstanden aan de kaak gesteld moeten worden. De samenleving heeft het recht te weten wat er gaande is. En het is gebleken dat publieke aandacht voor misstanden leidt tot verbetering.
De keerzijde is dat bij herhaling breed uitgemeten calamiteiten het vertrouwen in de zorg kunnen ondermijnen. De paradox is dat deze transparantie het vertrouwen op korte termijn niet vergroot.
Transparantie
Of deze blaming and shaming op langere termijn het vertrouwen vergroot, is volgens mij nooit wetenschappelijk onderzocht. Laat duidelijk zijn dat ik erg voor transparantie ben. Transparantie over resultaten en fouten door de zorgverleners en bestuurders zal de intentie en integriteit van deze instanties vergroten. Intentie en integriteit zijn naast expertise immers belangrijke drivers van vertrouwen. Transparantie via de onderzoeksmedia vanwege schandalen leidt echter tot verlies van vertrouwen. Het goede nieuws is dat zorgverleners dit volgens de bestaande literatuur over vertrouwen (lees dit verhaal, of dit verhaal) waarschijnlijk kunnen voorkomen door proactief te communiceren en zelf transparant te zijn.
Hoogleraar Health Care TIAS