Op welke wijze brengen we de leefwereld en systeemwereld in verpleeghuiszorg het beste met elkaar in verbinding? Naast de overbekende ‘systemische’ taal van protocol, proces en structuur, is er behoefte aan een tegengeluid dat recht doet aan wat de cliënt en familie zelf van belang achten. ‘Welbevinden’ blijkt een taal die cliënt, familie en professional met elkaar verbindt.
Ik ben op een psychogeriatrische locatie van een grote zorgorganisatie in Groningen en de uitvergrote foto’s op de metalen kast trekken mijn aandacht. Eén foto springt eruit. Een hoogbejaard stel ligt lepeltje lepeltje op een bed in een caravan. Hij lacht voluit. Zij ligt achter hem en schatert van het lachen terwijl ze hem stevig omarmt. Ik vraag naar de achtergrond van deze foto. “De meneer op deze foto woont hier al jaren, maar zijn vrouw bleek niet aan ons te durven vragen of zij nog één keer naast haar man mocht liggen om hem te knuffelen, zoals zij dat vroeger altijd deden.”
Leefplezier
Het is een kunst om de juiste vragen te stellen aan cliënt en mantelzorgers, zoals: “Wat is voor uw leefomgeving van belang?” Deze vragen leiden tot inzicht in de kleinste dingen, met grote gevolgen voor het welbevinden. De bewoner die graag meehelpt met koken, omdat hij dat zo gewend is. Een dementerende cliënt die zo graag haar kamer afsluit bij het verlaten ervan, zodat ze zeker weet dat er niemand binnen komt. Het zijn deze ogenschijnlijk eenvoudige voorbeelden die het leefplezier vergroten.
En niet alles wat was, hoeft te blijven bestaan. De koffiekar is niet meer, want “Er was thuis ook geen koffiekar”. Een avond waarbij er met de groep bewoners uit volle borst gezongen wordt, hoeft niet meer ‘op tijd’ te eindigen. Het filmpje dat als bewijsvoering voorgehouden wordt, liegt er niet om. Bewoners die voorheen niet te mobiliseren waren, staan nu te heupwiegen en hebben het overduidelijk naar hun zin. “Het enige wat wij vanuit het leiderschap vragen, is: ‘Wat heb je nodig om dit soort dingen te blijven doen?”
De rol van de professional blijkt een heel voorname binnen het veranderproces naar welbevinden. Na het op orde krijgen van de basiskwaliteit rondom zorgverlening, volgt het voortdurende gesprek over wat de cliënt en familie zelf van belang achten. De inzichten die dat oplevert, blijken niet voor iedere professional even eenvoudig te accepteren. De cultuurverandering naar de focus op welbevinden nam bij de hierboven geschetste voorbeelden jaren in beslag.
Confronterend
Het feit dat de structuur en het proces die vroeger centraal stonden, niet meer centraal hoeven te staan in het werkproces, is dikwijls confronterend. De professional bepaalt immers niet meer de invulling van de dag, dat doet de cliënt. Geen leidinggevende die je vertelt wat je moet doen, maar collega’s die elkaar wijzen op het stellen van de juiste vragen aan de cliënt. Hoe wilt u dat uw dag eruit ziet? Zelfreinigend vermogen in een zelfsturend team. In dat opzicht bood de context van de camping, los van alle zorgstructuur, zowel voor de cliënt als de medewerker een therapeutische werking.
Mij is inmiddels duidelijk dat de goede voorbeelden binnen verpleeghuizen ruimschoots aanwezig zijn en dat we elkaar vooral meer moeten inspireren om te laten zien wat werkt. Dat het tijd is voor een andere taal; de taal van welbevinden. Aan de organisaties uit bovenstaande voorbeelden zal het niet liggen. “Wij gunnen dit iedereen”, geeft de leiding mij mee.
Themacoördinator bij Waardigheid & Trots