De acute zorg in Nederland is internationaal gezien van hoog niveau. De zorg wordt uitgevoerd door hoogopgeleide zorgprofessionals. Er wordt dagelijks veel inspanning geleverd om de juiste zorg zo snel en zo goed mogelijk te leveren. Dit is voor de inwoners van Nederland volstrekt normaal. Toch zijn er signalen die een hoge mate van alertheid vragen.
Druk
De recente griepgolf heeft laten zien dat in de zorg vraag en aanbod vrij eenvoudig in onbalans kunnen raken. Eerste hulpafdelingen liggen overvol, op intensive-careafdelingen en verpleegafdelingen is geen plaats voor nieuwe patiënten. Ambulances kunnen moeilijk hun patiënten op de juiste plaats kwijt.
De vraag naar specialistische bedden en personeel is groot, wat een grote druk op ons zorgsysteem legt. De druk wordt hoger en nog merkbaarder als een deel van het personeel zelf ook ziek wordt. De grenzen van bedrijfs- en zorgcontinuïteit komen in zicht en het is de vraag of er nog steeds verantwoorde zorg geleverd kan worden aan elke zorgvrager. We moeten er over nadenken wat dit voor de toekomst betekent, als we al door een griepgolf in de greep kunnen worden gehouden.
Herbezining
Het (acute) zorglandschap is volop in beweging; concentratie van zorg, aantal ouderen dat toeneemt, er ontstaan meer chronische ziekten, die dus behandelbaar zijn. Kortom, er kan meer en gebeurt meer en dat in een krappe arbeidsmarkt. Technologie en wetenschap helpen de zorg en bieden hiermee kansen op gezondheidswinst en verhoging van de levenskwaliteit.
Het is de vraag of het snel genoeg gaat, maar ook of het wellicht soms wat te snel gaat. De patiënt vraagt meer en sneller antwoord en hulp dan ons huidige systeem aan kan. De grenzen van onze huidige manier van zorg verlenen zijn bereikt, tijd voor herbezinning.
Hoe dan? Dat is een logische vraag, maar die laat zich niet heel makkelijk beantwoorden. Succesvolle technologische innovaties komen in de acute zorg beperkt voorbij en lijken vaak gericht op aanpassing in oude systemen en zorginhoud. Er wordt beperkt vanuit een ketengedachte geredeneerd. Er zou bijvoorbeeld onder regie van het Regionaal Orgaan Acute Zorg (ROAZ) meer aandacht kunnen komen voor zorginnovatie. Gezamenlijke aandacht voor inzet van nieuwe, onbekende innovatieve technologie zou hoog op de agenda’s moeten staan.
Het vergroten van experimenteerruimte zou bij elke bestuurder van een zorginstelling maximaal aandacht moeten hebben. De realiteit is weerbarstiger, omdat de waan van de dag veel aandacht opslokt. De politiek zou minder met incidenten en meer met het faciliteren van mogelijkheden moeten bezighouden. Dit vraagt van iedereen lef.
Verborgen capaciteit
Een voorzetje: laten we stoppen met het versnipperde zorgaanbod. Breng bijvoorbeeld de intake van zorg dichter bij elkaar. Neem hierbij in gedachten dat huisartsen, doktersdiensten, ambulanceorganisaties, tandartsen, ggz-instellingen en thuiszorgorganisaties allemaal soortelijke intake-processen hebben. Hoogopgeleide hulpverleners kunnen op basis van hun deskundigheid veel breder worden ingezet. Er gaat in de zorgketen capaciteit verloren, maar er zit ook verborgen capaciteit!
Zijn er andere mogelijkheden? Ja! Als je ze maar wilt zien. Hiervoor is het nodig om het perspectief op te rekken. Oftewel, we moeten anders kijken en het oude systeem loslaten. Stel je eens voor wat er kan gebeuren als je huisarts, doktersdienst, Mobiel Medisch Team en ambulancezorg binnen één domein brengt. Alleen al in Noord Nederland zijn drie regionale ambulance organisaties, drie doktersdiensten en twee uitvraagsystemen. Krachten bundelen.
Integraal
Of als je het nog breder wilt bekijken, pak dan het gehele acute landschap maar eens onder de loep. Is het niet beter zijn als al die nu versnipperde en ieder op zijn eigen manier hart voor de zaak hebbende organisaties, nog meer de samenwerking zoeken? Bij krapte of overbezetting ontstaat de natuurlijke reactie om het eigen straatje zo schoon mogelijk te houden. Maar dat is slechts verleggen van het probleem.
Het integraal benaderen van het vraagstuk kan juist ruimte opleveren. Zouden alle partijen met acute zorg zich niet moeten bundelen om én de patiënt sneller en beter te kunnen helpen én de medewerkers breder inzetbaar te krijgen en daardoor ook nog eens het capaciteitsvraagstuk deels te kunnen verkleinen? Uiteraard moeten de inspanningen om voldoende gekwalificeerd personeel op te leiden hierbij hand in hand gaan.
Autonomie inleveren
Belangrijk is dat alle partijen, zorgorganisaties voorop, bereid zijn verder te kijken dan de grenzen van de eigen organisatie en wellicht autonomie in te willen leveren. Vragen over marktwerking zijn in dat licht voor de acute zorg dan ook niet wenselijk, die zorgen niet voor een constructieve aanpak.
Als wij de patiënt van overmorgen nog steeds de beste zorg willen bieden, dan vraagt dat een proactieve benadering. Het voelen van urgentie en het bewandelen van nieuwe wegen vragen lef en een andere kijk op de huidige inrichting. Maar ook lef om buiten de eigen kaders te kijken, het eigen los te laten en echte verbinding te leggen met partners in de zorg en daar buiten.