Op maandag 9 april sloeg ik de Volkskrant open: Kabinet neemt regie terug over zorgkosten. “Is het nu gedaan met de marktwerking?”, dacht ik.
Daar ging het bericht niet over. Het probleem is dat het Zorginstituut Nederland (ZIN) bij de ontwikkeling van de kwaliteitsstandaarden voor de verpleeghuissector de financiers niet had betrokken. De kosten van de uitwerking van de nieuwe standaarden blijken nu een groot probleem te zijn.
Sinds medio jaren negentig werden de eerste terugtredende bewegingen van de overheid concreet. Kwaliteitsstandaarden werden in principe door de drie zorgmarktpartijen opgesteld: aanbieders van zorg, patiëntenorganisaties en financiers. Afhankelijk van de sector wordt onder financiers verstaan: zorgverzekeraars, zorgkantoren en/of gemeenten. Het Zorginstituut organiseert sinds 2014 de ontwikkeling van zorgstandaarden door betrokken partijen en registreert deze.
Vragen
Vragen die het bericht oproept, zijn: waarom waren de financiers niet betrokken? Waarom heeft de overheid haar rol niet gepakt als toezichthouder van het speelveld van de zorgmarkt? Hierin heeft overigens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een wettelijke taak. De NZa stelt zich tot doel om toegankelijke, betaalbare en goede gezondheidszorg voor iedereen te bevorderen. Had ook dit instituut geen rol in het bewaken dat alle marktpartijen aan tafel zaten? En zijn de kwaliteitsstandaarden ‘over de top’? Gaat het om meer zorg dan waar ouderen in een beschaafd land recht op hebben? Welke standaarden zijn niet te financieren of is aan elke verpleeghuisbewoner een personal hardloop coach en sauna met bubbelbad toegezegd?
En: klopt het eigenlijk wel dat de financiers niet betrokken waren? Op de website van het ZIN valt te lezen dat de zorgkantoren in de stuurgroep Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg waren vertegenwoordigd. Ook is in 2016 een consultatiedocument aangeboden aan Zorgverzekeraars Nederland. Dus hoe zit dat nu eigenlijk?
Wrange aanleiding
De aanleiding om de regie over zorgkosten terug te nemen is wel een beetje wrang. Verpleeghuissector en patiëntenorganisaties hebben te ‘hoge’ kwaliteitsstandaarden vastgesteld. Er zijn betere redenen te noemen om de regie over de zorgkosten terug te nemen en dan niet alleen over de kosten van de verpleeghuizen. Die redenen zijn:
- De ondoorzichtige en complexe financiering van de zorg. Hierdoor is niet te achterhalen wat de belangrijkste oorzaken zijn van de kostenstijgingen. Want voor de zorg geldt niet altijd: gedeclareerd = geconsumeerd. De ondoorzichtigheid is zo groot dat we misschien wel in dezelfde luchtbel terechtkomen als de financiële sector indertijd. Wat in de bankensector is gebeurd is ook aan de orde in de zorg: complexe financiële systemen kunnen leiden tot afwenteling van kosten en risico’s.
- Het feit dat in de zorg geen sprake kan zijn van marktwerking omdat niet voldaan kan worden aan elementaire marktprincipes zoals 1) via prijzen streven naar evenwicht tussen vraag en aanbod 2) vrije toegang tot de markt 3) iedereen die over dezelfde informatie beschikt en 4) geen ingrijpen door een derde partij.
Vrije markt versus gereguleerde markt
Nu is er voor de zorgsector gekozen voor gereguleerde marktwerking. Verstaan alle beleidsmakers en bestuurders in de zorg hetzelfde onder gereguleerd? Volgens mij valt onder gereguleerd in ieder geval niet dat de overheid meteen de regie overneemt wanneer de veldpartijen ’te dure’ kwaliteitsstandaarden hebben afgesproken. Dit getuigt van weinig vertrouwen in de spelers in de zorgmarkt. Mijn idee zou zijn eerst met betrokkenen om de tafel te gaan zitten en te bespreken waar de verwachtingen ten onrechte te hoog zijn uitgevallen.
Is het overigens niet beter om, voordat er weer wordt gesproken over ongewenste kostenstijging van de verpleeghuiszorg, eerst het totale financieringsstelsel en de uitvoering van gereguleerde marktwerking onder de loep te nemen? Dit kan door terug te keren naar de uitgangspunten die aan de gereguleerde marktwerking ten grondslag lagen. En meer specifiek door:
- Na te gaan wat de politiek met marktwerking hoopte te bereiken.
- Te onderzoeken hoe de verantwoordelijkheden waren vastgelegd in de tijd dat gereguleerde marktwerking werd ingevoerd.
- Helder te definiëren wat onder gereguleerd wordt verstaan. Waar liggen de vrijheden van de markt en waar eindigen die?
- De rollen van de zelfstandige bestuursorganen NZa en ZIN te verhelderen,
- Een vergelijking te maken tussen de inhoud van de declaraties van de zorgaanbieders en de feitelijke consumptie van de burger. Waar gaan de premiegelden (Zvw en Wlz) precies naar toe? Dit om juiste informatie te verzamelen over de feitelijke oorzaken van de kostenstijging in de zorg.
Het gedoe rond de financiering van de kwaliteitsstandaarden, toont aan dat het speelveld van de zorgmarkt inadequaat functioneert. Het lijkt er op alsof de scheidsrechter te lang in de kleedkamer heeft gezeten.
Marion Frissen
Adviseur Kwaliteit en Management in de zorg